ECLI:NL:CRVB:2002:AE3799
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- R.M. van Male
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand voor dieetconsulten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor dieetconsulten werd afgewezen. Appellante, die lijdt aan diverse voedselallergieën, had op 19 juni 1997 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van consulten bij 'Vlieg en Melse diëtisten'. Deze aanvraag werd op 4 augustus 1997 afgewezen, waarna de rechtbank het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat de noodzaak voor de consulten niet was aangetoond.
In hoger beroep heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat, aangevoerd dat de afwijzing onterecht was. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht oordeelde dat de kosten voor de dieetconsulten niet als noodzakelijke kosten van het bestaan konden worden aangemerkt, omdat appellante niet had aangetoond dat zij niet kon terugvallen op reguliere zorgverlening via Thuiszorg Den Haag, die wel dieetadviezen biedt.
De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar artikel 39 van de Algemene bijstandswet, waarin wordt gesteld dat bijzondere bijstand alleen kan worden verleend als de aanvrager niet beschikt over de middelen om noodzakelijke kosten te dekken. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden bevestigd, omdat appellante niet heeft kunnen aantonen dat de kosten voor de dieetconsulten noodzakelijk waren. De Raad heeft geen aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend.