ECLI:NL:CRVB:2002:AE2461
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- R.M. van Male
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit verlaging bijstandsuitkering op grond van niet verschijnen op arbeidsbureau
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel, waarbij zijn bijstandsuitkering op grond van de Algemene bijstandswet (Abw) met 50% werd verlaagd. Dit besluit was genomen omdat appellant, ondanks meerdere oproepen, niet is verschenen op het arbeidsbureau. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden rondom de niet-verschijningen van appellant onderzocht. Appellant had in september 1998 drie keer niet adequaat gereageerd op oproepen om te verschijnen, wat hem kon worden aangerekend. De Raad oordeelde dat de gedaagde op basis van deze gedragingen een maatregel moest treffen, maar dat het bestreden besluit niet in stand kon blijven omdat het berustte op de onjuiste veronderstelling dat appellant vier keer niet was verschenen. De Raad concludeerde dat de eerdere maatregel, die in mei 1998 was opgelegd, niet in rechte standhield en dus niet meegewogen kon worden in de beoordeling van de huidige maatregel. De Raad vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat gedaagde een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, waarbij rekening gehouden moest worden met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat de gemeente Veghel het betaalde griffierecht aan appellant moest vergoeden.