ECLI:NL:CRVB:2000:ZB8941
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- A.H. Huls
- Th.C. van Sloten
- Th.M. Schelfhout
- Rechtspraak.nl
Samenloop van dienstbetrekkingen en berekening van arbeidsurenverlies in het kader van de Werkloosheidswet
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, ging het om een hoger beroep van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. De zaak betrof de berekening van arbeidsurenverlies van gedaagde, A, die in dienst was bij twee verschillende verpleeghuizen. Gedaagde had een dienstverband van 24 uur per week bij verpleeghuis X en ontving daarnaast wachtgeld over 9 uur per week. Na het beëindigen van haar dienstverband bij verpleeghuis Z, werd haar WW-uitkering toegekend. Appellant, het Lisv, besloot dat er een korting van 8,08 uur op de WW-uitkering moest worden toegepast vanwege de werkzaamheden bij verpleeghuis Z. Gedaagde maakte bezwaar tegen dit besluit, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank oordeelde dat de motivering van het bestreden besluit niet was gehandhaafd en vernietigde het besluit, waarbij het Lisv werd verplicht een nieuw besluit te nemen. In hoger beroep betoogde het Lisv dat de korting op de WW-uitkering correct was toegepast volgens de Werkloosheidswet. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het bestreden besluit had vernietigd. De Raad concludeerde dat het Lisv de juiste wettelijke bepalingen had toegepast en dat de berekening van het arbeidsurenverlies correct was uitgevoerd. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank, behoudens de beslissingen over griffierecht en proceskosten, en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit alsnog ongegrond. Tevens werd appellant veroordeeld in de proceskosten van gedaagde in hoger beroep.