ECLI:NL:CRVB:1998:AA8744
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- M.M. van der Kade
- R.M. van Male
- Rechtspraak.nl
Bevestiging terugvorderingsbesluit AAW na niet tijdig indienen bezwaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) betreffende een terugvorderingsbesluit van AAW-uitkeringen. Appellant, een zelfstandig veehouder, ontving sinds 1985 een uitkering op basis van de AAW, maar zijn uitkering werd stopgezet omdat hij inkomsten had uit zijn functie als voorzitter van de commissie landinrichtingsdienst. Het Lisv besloot dat appellant te veel AAW-uitkering had ontvangen en vorderde een bedrag terug. Appellant ging niet in beroep tegen het kortingsbesluit dat aan de terugvordering ten grondslag lag, maar betwistte de toepassing van artikel 33 van de AAW in het terugvorderingsbesluit. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die oordeelde dat het kortingsbesluit rechtens onaantastbaar was omdat er geen tijdig bezwaar of beroep was ingesteld. De Raad oordeelde dat de grieven van appellant niet konden leiden tot een ander oordeel, aangezien de rechtbank de relevante feiten en omstandigheden correct had beoordeeld. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de proceskosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.