ECLI:NL:CRVB:1995:ZF1888
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- W. van den Brink
- G.A.J. van den Hurk
- Th. C. van Sloten
- C.G. Kasdorp
- A.H. Berends
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overschrijding van de wettelijke beroepstermijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 1995 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingediend door een appellant tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam. Het besluit, gedateerd op 16 februari 1994, wees de aanvraag van de appellant om een uitkering op grond van de Algemene Bijstandswet (ABW) af. De Raad oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat de wettelijke termijn voor het indienen van het beroep was overschreden. De Raad stelde vast dat het besluit niet aangetekend was verzonden en dat de verzenddatum niet op andere wijze was aangetoond. De appellant had op 24 februari 1994 kennisgenomen van het besluit, wat de Raad deed concluderen dat het besluit uiterlijk op 23 februari 1994 was verzonden. De beroepstermijn begon op 24 februari 1994 en eindigde op 7 april 1994. Het beroepschrift was echter pas op 15 april 1994 ontvangen door de gedaagde, wat later was dan de toegestane termijn. De Raad concludeerde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en dat er geen omstandigheden waren die erop wezen dat de appellant niet in verzuim was geweest. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.