Uitspraak
- bepaalt dat de overeenkomst moet worden aangemerkt als een pachtovereenkomst;
- is van oordeel dat de wettelijke termijn van twaalf jaren van toepassing is;
- draagt haar deskundigen op nader onderzoek te doen naar de hoogst toelaatbare pachtprijs.
1.De procedure bij de grondkamer
- de daarin vermelde aanduidingen “huurovereenkomst”, “verhuurder” en “huurder” worden vervangen door de aanduidingen “pachtovereenkomst”, “verpachter” en “pachter”;
- aan artikel 2, Voorwaarden, wordt toegevoegd:
2.De procedure bij de Centrale Grondkamer
3.De redenen voor de beslissing
4.De beslissing
R.W.E. van Leuken en de deskundige leden mr. ing. E. Oostra en ir. J.H. Jurrius, in tegenwoordigheid van mr. M. Knipping-Verbeek als griffier.