Bijlage
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:84
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Wet marktordening gezondheidszorg
1. Het is een zorgaanbieder verboden een tarief in rekening te brengen:
a. dat niet overeenkomt met het tarief dat voor de betrokken prestatie op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel b, is vastgesteld;
b. dat niet ligt binnen de tariefruimte die op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel c, voor de betrokken prestatie is vastgesteld;
c. voor een prestatie waarvoor geen prestatiebeschrijving op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel d, is vastgesteld;
d. voor een prestatie waarvoor een andere prestatiebeschrijving wordt gehanteerd dan op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel d, is vastgesteld;
e. anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.
1. De zorgautoriteit legt, met inachtneming van de artikelen 51 tot en met 56 en 59, in een beschikking ten behoeve van het rechtsgeldig in rekening kunnen brengen van een tarief vast:
a. of er sprake is van een vrij tarief, zijnde een tarief waarop artikel 35, eerste lid, onderdelen a en b, niet van toepassing is;
b. of er sprake is van een vast tarief;
c. of er sprake is van een bedrag dat ten minste of ten hoogste als tarief in rekening kan worden gebracht;
d. de beschrijving van de prestatie, deel van de prestatie of geheel van prestaties behorend bij het tarief bedoeld in de onderdelen a, b en c.
Bij de toepassing van de aanhef en onderdelen b en c in de eerste volzin stelt de zorgautoriteit de hoogte van het tarief dan wel het bedrag dat als tarief in rekening kan worden gebracht vast in die beschikking.
[…]
3. De zorgautoriteit kan aan de vaststelling van een tarief, een prestatiebeschrijving of een grens als bedoeld in de voorgaande leden voorschriften of beperkingen verbinden.
4. De vaststelling van een tarief of een prestatiebeschrijving bevat in ieder geval voor zover van toepassing de onderwerpen, genoemd in artikel 54.
Artikel 52
De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdelen b en c, toe:
[…]
e. ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat vordert;
1. De zorgautoriteit stelt beleidsregels vast met betrekking tot:
b. het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven vast te stellen op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b en c;
c. het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van prestatiebeschrijvingen op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel d;
Beleidsregel Algemeen kader tariefprincipes BR/REG-21152
Artikel 3 Tariefprincipe: Tariefgrondslag
1. De NZa hanteert als uitgangspunt dat tarieven, of onderdelen van tarieven, onderbouwd worden op basis van kosten.
2. De NZa hanteert in ieder geval de volgende criteria:
‒ de toegankelijkheid van de zorg en de keuzemogelijkheid voor de burger;
‒ de aanwezigheid van doelmatigheidsprikkels;
‒ de marktdynamiek en de mate waarin participerende marktpartijen (burger, zorgaanbieder en zorgverzekeraar of zorgkantoor) voldoende tegenwicht (kunnen) bieden aan elkaar;
‒ de ruimte voor investeringen in kwaliteit en innovatie;
‒ de administratieve lasten;
‒ de uitvoerbaarheid en doorlooptijd van de tariefaanpassing;
‒ de transparantie;
‒ de informatievoorziening en controleerbaarheid.
3. De NZa kan in de uitwerking in het bijzonder gebruik maken van de volgende bronnen om de kosten te bepalen:
‒ werkelijke historische kosten van een zorgaanbieder of van een (geselecteerde) groep van zorgaanbieders;
‒ de door een zorgaanbieder of een (geselecteerde) groep van zorgaanbieders gedeclareerde kosten;
‒ openbare gegevens van een zorgaanbieder of van een (geselecteerde) groep van zorgaanbieders;
‒ een beschrijvende norm die beoogt de werkelijke kosten te benaderen.
4. Indien de NZa gebruik maakt van een (geselecteerde) groep zorgaanbieders (artikel 3.3), kan de NZa in de uitwerking in het bijzonder een keuze maken uit de volgende mogelijke referentiegroepen:
‒ de gehele populatie;
‒ een groep zorgaanbieders aselect gekozen uit de gehele populatie;
‒ een (groep) zorgaanbieder(s) waarvan is vastgesteld dat deze een modaal kostenniveau hebben;
‒ een (groep) zorgaanbieder(s) met patiënten met complexe problematiek;
‒ een (groep) zorgaanbieder(s) aangeduid als 'best practice'.
5. Om op basis van een referentiegroep (artikel 3.4) te komen tot een landelijk tarief, kiest de NZa bij voorkeur voor een onderbouwing middels een (gewogen) gemiddelde voor het bepalen van de kosten. Indien wordt gekozen voor een andere methodiek, wordt deze keuze met redenen onderbouwd.
6. Wanneer de NZa de tarieven, of onderdelen van tarieven, niet onderbouwt op basis van kosten (artikel 3.1), kan de NZa gebruik maken van prijsgeoriënteerde tarieven. Hierbij kan de NZa in de uitwerking een methodiek toepassen waarbij het tarief, of een deel daarvan, tot stand komt op basis van:
‒ een inschatting door experts/deskundigen;
‒ een bepaald macrokostenbedrag waarbij het tarief, of een deel daarvan, tot stand komt door deze rond te rekenen op dit macrokostenbedrag.
7. Wanneer binnen specifieke zorg(deel)markten de tariefgrondslagen onvoldoende grondslag bieden voor bijvoorbeeld:
‒ het meegeven van doelmatigheidsprikkels;
‒ het kunnen bepalen van toekomstige kosten of opbrengsten;
‒ het stimuleren van marktdynamiek
kan de NZa na raadpleging van het veld in de toepassing van deze beleidsregel een meer sturende en normerende insteek kiezen.
Artikel 4 Tariefprincipe: Ondernemingsfinanciering
1. De NZa hanteert als uitgangspunt dat, indien sprake is van kosten voor het financieren van de onderneming, deze kosten onderdeel uitmaken van de NZa-tarieven. Hieronder vallen de kosten voor de volgende onderdelen:
‒ het financieren van huisvesting;
‒ het financieren van werkkapitaal, en
‒ het financieren van vermogen dat wordt aangehouden om calamiteiten op te vangen.
De toepassing en mate waarin vergoeding van deze kosten aan de orde is kan per zorgsoort of zorgdomein verschillen en gemaakte keuzes zullen worden verantwoord.
[…]
Artikel 5 Tariefprincipe: Functionele bekostiging
De NZa hanteert als uitgangspunt dat voor dezelfde prestaties in beginsel dezelfde tarieven gelden, ongeacht welke zorgaanbieder de zorg levert.
Artikel 6 Tariefprincipe: Zorgzwaarte en uitbijters
1. Afwijkende hoge of lage kosten voor individuele patiënten zijn voor de NZa in beginsel geen reden om een tarief naar boven of beneden bij te stellen.