Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] B.V. te [woonplaats] (de vennootschap)
en
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
€ 2.500,- gematigd tot € 131.304,- wegens het overschrijden van de redelijke beslistermijn.
Aangevallen uitspraak
6.2.1. De rechtbank is van oordeel dat de berekening van eiseres onvoldoende twijfel zaait aan het standpunt van de minister. De minister heeft zijn berekening onweersproken gebaseerd op de hoeveelheden mest en fosfaat die zijn opgenomen op de door eiseres ingevulde H1-staten. Daarbij heeft de minister op de zitting bevestigd dat de hoeveelheden mest en fosfaat op de H1-staten ook overeenkomen met de VDM’s. Dat op 1 januari 2017 en 2 februari 2018 in de administratie van eiseres meer tonnen mest en kilogrammen fosfaat aanwezig zouden zijn dan feitelijk mogelijk zou zijn geweest in de mestsilo’s, wat daar overigens ook van zij, betekent niet dat de berekening van de minister van de niet verantwoorde hoeveelheid fosfaat onjuist is. Onbetwist is namelijk dat eiseres in haar administratie geen (bewijs)stukken heeft opgenomen die het door haar gestelde verschil kunnen verantwoorden. De minister heeft zich wat dat betreft terecht op het standpunt gesteld dat de berekeningen van eiseres overeen moeten komen met de hoeveelheden meststoffen die zijn aan- en afgevoerd en in opslag zijn genomen; haar berekeningen moeten dus overeenkomen met de werkelijkheid. Met de door eiseres gemaakte berekening is, in het licht van de door haar ingevulde H1-staten en VDM’s, niet aangetoond dat het onmogelijk is dat 12.164 kilogram fosfaat is aangevoerd in de betreffende silo’s en daar in opslag is genomen. Met deze achteraf opgestelde reconstructie heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank de conclusie van de minister dat zij haar verantwoordingsplicht fosfaat in 2019 heeft geschonden dan ook onvoldoende weersproken.
6.4.1. De rechtbank volgt dit standpunt van eiseres niet. De minister is in zijn berekening uitgegaan van de door eiseres aangeleverde gegevens. Deze gegevens zijn gebaseerd op de analyseresultaten die hebben plaatsgevonden bij de aan- en afvoer van de mest. Eiseres heeft geen heranalyse aangevraagd voor de analyseresultaten omdat er ten onrechte geen onnauwkeurigheidsmarges zouden zijn toegepast. Bovendien heeft eiseres op de zitting bevestigd dat er geen aanleiding was voor een heranalyse. Eiseres stelt weliswaar dat de minister bij andere intermediaire ondernemingen wel onnauwkeurigheidsmarges heeft toegepast, maar heeft dit niet onderbouwd. Eiseres heeft ook niet onderbouwd dat bij die intermediaire ondernemingen sprake is van een dusdanig vergelijkbare situatie als bij eiseres.
6.6.1. De rechtbank is van oordeel dat eiseres dit standpunt onvoldoende heeft onderbouwd. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat diefstal of infiltratie van regenwater het verschil kan verklaren tussen de hoeveelheid fosfaat die in haar administratie is opgenomen en de daadwerkelijk aanwezige hoeveelheid. De enkele stelling hiervan is hiervoor onvoldoende. Overigens is ook nooit aangifte gedaan van diefstal van mest.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
5.3 Op grond van artikel 39, eerste en tweede lid, aanhef en onder b, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Uitvoeringsbesluit) houdt de intermediair per onderneming een inzichtelijke administratie bij en bevat de administratie in ieder geval gegevens over de hoeveelheden meststoffen die in iedere afzonderlijke opslagruimte voor meststoffen zijn aangevoerd en de hoeveelheden meststoffen die uit die opslagruimte zijn afgevoerd, zodanig dat steeds blijkt welke hoeveelheid meststoffen zich in de opslagruimte bevindt.
H1-staten. Daaruit volgt een totale hoeveelheid fosfaat van 12.164 kg. Hierbij is de minister terecht uitgegaan van de laatst vermelde eindvoorraden in de twee mestopslagen van
11 april 2019 en 3 mei 2019 - waarna geen aan- of afvoer meer heeft plaatsgevonden - en de lege mestopslagen (en dus van 0 kg) op 27 december 2019, de datum waarop de vennootschap de mestopslagen heeft afgemeld.
€ 133.804,- passend en geboden.
Niet naar waarheid indienen van gegevens