Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 september 2025 in de zaak tussen
[naam 1] , te [woonplaats] , (ondernemer)
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
de Staat der Nederlanden (ministerie van Justitie en Veiligheid) (Staat).
Procesverloop
Overwegingen
23 december 2022 een oppervlakte van 20,33 hectare in aanmerking genomen en een bedrag vastgesteld van € 6.792,52 aan basis- en vergroeningsbetaling. De minister heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de subsidiabele oppervlakte van percelen 11 en 13 groter is dan eerder bepaald, maar nog steeds 0,03 respectievelijk 0,08 hectare kleiner dan door de ondernemer opgegeven. De minister heeft verder met dit besluit de percelen 2, 5, 6, 7 en 8 kleiner vastgesteld. Van de overige percelen is de oppervlakte ongewijzigd gehandhaafd.
De totale oppervlakte van de percelen heeft de minister vastgesteld op 19,97 ha. Dit betekent dat basis- en vergroeningsbetaling wordt vastgesteld op € 6.603,57 en de ondernemer verschil van € 188,95 moet terugbetalen. De ondernemer is het hier niet mee eens. Volgens hem zijn de grenzen van de percelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13 en 14 niet goed vastgesteld.
Beslissing
Bijlage
1. In deze verordening wordt verstaan onder