ECLI:NL:CBB:2025:341
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaarschriften inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19
In deze zaak heeft de onderneming, aangeduid als [naam] B.V., verzet aangetekend tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 30 april 2024, waarin haar beroep tegen besluiten van de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk werd verklaard. De besluiten betroffen de vaststelling van subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19. De onderneming had op 12 mei 2023 een bezwaarschrift ingediend, maar de minister had dit niet tijdig doorgezonden als beroepschrift, waardoor het College oordeelde dat de onderneming tijdig beroep had ingesteld. Tijdens de zitting op 22 mei 2025 werd vastgesteld dat de termijn voor het indienen van bezwaar tegen eerdere besluiten was overschreden, maar het College oordeelde dat deze overschrijding niet verschoonbaar was. De minister had eerder besluiten genomen die de subsidieaanvragen van de onderneming betroffen, maar de onderneming had geen bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de bezwaren. Het College verklaarde het verzet gegrond, maar de beroepen van de onderneming werden ongegrond verklaard, waardoor de niet-ontvankelijkverklaring in stand bleef. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien de beroepen ongegrond waren.