ECLI:NL:CBB:2025:304

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
12 mei 2025
Zaaknummer
23/1437
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Subsidie voor glasisolatie in woning en de beoordeling van de U-waarde van kozijnen

In deze zaak heeft [naam] beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Klimaat en Groene Groei, die op 28 oktober 2022 de aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies had afgewezen. De minister had in een later besluit van 30 mei 2023 het bezwaar van [naam] gegrond verklaard en de subsidie vastgesteld op € 10.147,-. [naam] was het niet eens met de hoogte van de subsidie en heeft beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 26 maart 2025 heeft [naam] aangevoerd dat hij recht heeft op subsidie voor 39,3 m2 tripleglas in plaats van de 29,3 m2 HR++-glas die de minister had toegekend. De minister erkende in zijn verweerschrift dat [naam] recht heeft op subsidie voor 39 m2 glasisolatie, maar handhaafde zijn standpunt dat de nieuwe kozijnen niet voldoen aan de isolatiewaarden voor subsidie voor tripleglas. Het College heeft geoordeeld dat de minister terecht de lagere subsidie voor HR++-glas heeft toegekend, omdat de U-waarde van de kozijnen te hoog was. Het College heeft het bestreden besluit vernietigd voor wat betreft de hoogte van de vastgestelde subsidie en de subsidie vastgesteld op € 11.647,-. De minister moet het betaalde griffierecht van € 184,- aan [naam] vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1437

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 mei 2025 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats]

en

de minister van Klimaat en Groene Groei

(gemachtigde: mr. E. Hol)

Procesverloop

Met het besluit van 28 oktober 2022 heeft de minister de aanvraag van [naam] voor subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) afgewezen.
Met het besluit van 30 mei 2023 (bestreden besluit) heeft de minister het tegen dat besluit gerichte bezwaar gegrond verklaard en de subsidie vastgesteld op € 10.147,-.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zitting was op 26 maart 2025. Aan de zitting hebben deelgenomen [naam] en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

1 [naam] heeft op 20 juni 2022 subsidie aangevraagd op grond van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) in titel 4.5 van de Regeling. De minister heeft die aanvraag voor wat betreft isolerend glas met nieuwe kozijnen gedeeltelijk afgewezen.
2.1
[naam] heeft in beroep aangevoerd dat hij het er niet mee eens is dat de minister subsidie verleent voor 29,3 m2 HR++-glas in plaats van voor 39,3 m2 tripleglas. Hij heeft tripleglas in combinatie met nieuwe kozijnen, de meest isolerende die er te koop waren, in zijn woning aangebracht. Niet valt in te zien waarom de minister in het bestreden besluit uitgaat van glas met een lagere isolatiewaarde dan tripleglas en daarom minder subsidie verleent per m2 dan waar hij voor tripleglas recht op heeft. Bovendien is het totale voor subsidie in aanmerking komende oppervlak 39,3 m2 in plaats van de 29,3 m2 waarmee de minister rekent.
2.2
De minister stelt in zijn verweerschrift, anders dan in het bestreden besluit, dat [naam] inderdaad recht heeft op subsidie voor 39 m2 glasisolatie in plaats van de toegekende 29 m2. Van het totaal komt afgerond 10 m2 in aanmerking voor subsidie voor triple glas in combinatie met nieuwe isolerende kozijnen. De minister neemt geen nieuw besluit maar kent in het verweerschrift aanvullende subsidie toe voor 10 m2 tripleglas, wat neerkomt op een extra bedrag van € 1500,-.
2.3
Met betrekking tot de nog in geding zijnde 29,3 m2 oppervlak, handhaaft de minister zijn standpunt dat de kozijnen niet voldoen aan de isolatiewaarden voor subsidie voor tripleglas. De minister baseert dit standpunt op het door [naam] overgelegde Uwaardeverslag, waarin de warmtedoorgangscoëfficiënt, uitgedrukt in W/(m²·K) (Uwaarde) van de in geding zijnde onderdelen van de glasconstructie (glas en kozijnen) is gespecificeerd. Om voor de gevraagde subsidie in aanmerking te komen, mag deze waarde maximaal 1,5 W/(m²·K) zijn. Omdat in dat verslag is te lezen dat de U-waarde van de kozijnen voor 29 m2 oppervlak hoger is dan 1,5 W/(m²·K), heeft de minister op grond van artikel 4.5.2, derde lid, aanhef en onder c, van de Regeling, voor 29 m2 terecht volstaan met de lagere subsidie voor HR++-glas en kozijnen, aldus de minister.

Beoordeling

3.1
Uit het verweerschrift volgt dat de minister het bestreden besluit gedeeltelijk niet handhaaft en alsnog extra subsidie vaststelt voor 10 m2 tripleglas tot een bedrag van € 1500,-.
[naam] heeft verklaard dat hij het in zoverre met de minister eens is. Het beroep is in zoverre gegrond. Het College zal het bestreden besluit vernietigen voor wat betreft de hoogte van de vastgestelde subsidie, zal de subsidie zelf vaststellen en bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit.
3.2
Tussen partijen is nog in geschil de vastgestelde subsidie voor 29m2 glasisolatie. De minister erkent dat het gaat om tripleglas en nieuwe kozijnen, maar heeft de lagere subsidie voor HR++-glas en kozijnen toegekend, omdat de nieuwe kozijnen die samen met het triple glas zijn aangebracht een te hoge U-waarde (en dus een te lage isolatiewaarde) hebben voor subsidie voor triple glas.
3.3
Op grond van artikel 4.5.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling verstrekt de minister op aanvraag subsidie voor energiebesparende isolatiemaatregelen. In het derde lid is vermeld voor welke energiebesparende isolatiemaatregelen aan de eigenaar van de woning subsidie kan worden verstrekt. Daaronder valt, als hier aan de orde:
“c. glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte van:
1°. glas, kozijnpanelen of deuren door HR++-glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K; of
2°. glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/ m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;”
4.1
Tussen partijen staat vast, en ook het College stelt vast, dat het standpunt van de minister dat de in geding zijnde kozijnen een hogere U-waarde hebben dan 1,5 W/m2·K,
steun vindt in het door [naam] overgelegde Uwaardeverslag.
4.2
[naam] heeft ter zitting aangevoerd dat bij de glasisolatie niet van de juistheid van het U-waardeverslag kan worden uitgegaan. Het verslag is namelijk gemaakt door de kozijnenbouwer om de isolatiewaarde van een deur te onderbouwen, niet om de isolatiewaarde van de in geding zijnde glasisolatie te onderbouwen. De Uwaarden van de glasisolatie zijn die volgens het bestek, het oorspronkelijke plan. Daarvan is afgeweken door kozijnen en/of profielen te combineren. Daarmee zijn U-waarden gerealiseerd die lager zijn dan in het U-waardeverslag is vermeld. De Uwaarden waar een # bij staat, zijn niet juist. Hij heeft hierover regelmatig contact gehad met een medewerkster van RVO. Hij dacht dat zij haar akkoord had gegeven. Hij kan dat niet aantonen. Hij heeft het Uwaardeverslag niet laten aanpassen omdat hij dacht dat dat niet nodig was. Wel heeft hij nog een brochure, kozijntekeningen en foto’s als bewijs toegezonden.
5.1
Het College is van oordeel dat de minister, die bij gebrek aan informatie daarover betwist dat RVO andersluidende toezeggingen zou hebben gedaan, heeft mogen uitgaan van de door [naam] verstrekte gegevens, waaronder het U-waardeverslag. Het College kent er betekenis aan toe dat het volgens de minister gebruikelijk is om bij het beoordelen van aanvragen om ISDE-subsidie als hier aan de orde, uit te gaan van Uwaardeverslagen die met behulp van speciale (reken)programma’s met de computer zijn opgemaakt door een betrokken producent of leverancier.
5.2
Het College ziet geen aanleiding om [naam] te volgen in zijn ter zitting aangevoerde standpunt dat waar in het U-waardeverslag een # staat de U-waarde onjuist is,
al was het maar omdat niet bij alle betwiste Uwaarden een # is vermeld. Ook heeft [naam] dit standpunt niet onderbouwd met objectieve en verifieerbare gegevens zoals een verklaring van de betrokken kozijnenbouwer of een verbeterd U-waardeverslag. De overgelegde brochure, kozijntekeningen en foto’s maken dit niet anders. Enkel op grond daarvan valt immers niet vast te stellen welke U-waarden het uiteindelijk geplaatste glas en kozijnen hebben. Om die reden ziet het College geen aanleiding om niet van de in geding zijnde U-waarden in het U-waardeverslag uit te gaan. De gestelde telefoongesprekken met een medewerkster van RVO leiden het College niet tot een ander oordeel, al was het maar omdat de inhoud daarvan niet aannemelijk is gemaakt. Wat [naam] in beroep hierover heeft aangevoerd slaagt niet. Het beroep is in zoverre ongegrond.
6.1
Het College zal beslissen als hierna vermeld.
6.2
[naam] heeft geen kosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De minister hoeft daarom geen proceskosten te vergoeden.
6.3
De minister moet, gelet op wat onder 3.1 staat, wel het door [naam] betaalde griffierecht aan hem vergoeden.

Beslissing

Het College:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de hoogte van de vastgestelde subsidie;
  • stelt de subsidie vast op € 11.647,-;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
  • draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 184,- aan [naam] te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.O. Kerkmeester, mr. H.S.J. Albers en mr. M.J. Jacobs, in aanwezigheid van mr. J.W.E. Pinckaers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.
w.g. H.O. Kerkmeester w.g. J.W.E. Pinckaers