ECLI:NL:CBB:2025:257
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19
Op 15 april 2025 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een onderneming tegen een eerdere uitspraak van 10 september 2024. In die eerdere uitspraak had het College het beroep van de onderneming tegen een besluit van de minister van Economische Zaken ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de onderneming tegen een besluit van 17 maart 2022, waarin de subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 voor het tweede kwartaal van 2021 op nihil was vastgesteld en het betaalde voorschot was teruggevorderd. De onderneming had verzet aangetekend, stellende dat de mentale toestand van de ondernemer niet voldoende was meegewogen in de beoordeling van de termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaar. Het College oordeelde echter dat de overschrijding van de bezwaartermijn aan de onderneming kon worden toegerekend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De onderneming had weliswaar aangevoerd dat de gevolgen van de Corona-maatregelen impact hadden op haar functioneren, maar het College vond dat dit niet afdeed aan de verantwoordelijkheid van de onderneming om tijdig bezwaar te maken. De uitspraak van 10 september 2024 werd bevestigd, en het verzet werd ongegrond verklaard. De zaak is hiermee geëindigd.