ECLI:NL:CBB:2024:824
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking subsidie vaste lasten COVID-19 en afwijzing aanvragen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan zonder zitting op 19 november 2024 in de zaak tussen [naam] B.V. en de minister van Economische Zaken. De onderneming had subsidies aangevraagd op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor verschillende kwartalen in 2021 en 2022. De minister heeft echter de verleende subsidies voor het eerste en derde kwartaal van 2021 ingetrokken en de aanvragen voor het tweede kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022 afgewezen. De onderneming heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de minister heeft deze bezwaren kennelijk ongegrond verklaard.
Het College heeft vastgesteld dat de onderneming als MKB-onderneming subsidie heeft aangevraagd, maar dat de minister de aanvragen in bezwaar heeft omgezet naar aanvragen voor een grote onderneming. Volgens de TVL is het verplicht om een accountantsproduct aan te leveren als het subsidiebedrag € 125.000,- of meer bedraagt. De minister heeft de bezwaren ongegrond verklaard omdat de onderneming dit accountantsproduct niet heeft aangeleverd, ondanks herhaalde verzoeken van de minister.
Het College concludeert dat de onderneming niet heeft voldaan aan de vereisten van de TVL en dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de subsidieaanvragen niet voldoen aan de voorwaarden. Het beroep van de onderneming is dan ook ongegrond verklaard.