In deze uitspraak van 26 maart 2024, doet het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak in de zaak tussen Coöperatieve vereniging Zonvarken U.A. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft een subsidieaanvraag van Zonvarken voor een innovatieproject gericht op brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen, waarvoor een totaalbedrag van € 3.310.888,- was aangevraagd. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van een analyseformulier dat door de 'SBV-pool' was opgesteld, waarin werd gesteld dat de vereiste reductiepercentages voor methaan-, ammoniak- en fijnstofemissie niet werden behaald. Zonvarken heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat de minister ten onrechte het analyseformulier als basis voor zijn besluit heeft gebruikt en dat de motivering van de afwijzing tekortschiet.
Het College oordeelt dat de minister onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de subsidieaanvraag. Het College stelt vast dat de minister het analyseformulier niet als deskundigenadvies aan zijn besluitvorming ten grondslag heeft gelegd, en dat de argumenten in het afwijzingsbesluit niet afdoende zijn onderbouwd. De minister heeft niet adequaat gereageerd op de argumenten van Zonvarken en heeft niet aangetoond dat de beoordeling door de 'SBV-pool' zorgvuldig is geweest. Het College vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen dertien weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van Zonvarken, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het betaalde griffierecht aan Zonvarken vergoed.