ECLI:NL:CBB:2024:789
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ongegrondverklaring subsidie aanvraag MKB COVID-19
Op 5 november 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van een ondernemer die verzet had aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College. Deze eerdere uitspraak, gedateerd 18 juni 2024, verklaarde het beroep van de ondernemer tegen een besluit van de minister van Economische Zaken ongegrond. De ondernemer had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19, maar de minister had vastgesteld dat de ondernemer niet voldeed aan het vereiste van ten minste 30% omzetverlies. De ondernemer betoogde dat de verkoopopbrengst van een boot niet als omzet moest worden aangemerkt, omdat deze verkoop noodzakelijk was om rekeningen te betalen en niet tot de normale bedrijfsvoering behoorde.
Het College heeft in zijn uitspraak van 18 juni 2024 geoordeeld dat de minister terecht de gegevens van de Belastingdienst had gebruikt om het omzetverlies te berekenen. De ondernemer herhaalde in zijn verzetschrift dat de verkoopopbrengst niet tot de omzet behoort, maar het College heeft dit betoog verworpen. Het College stelde vast dat de ondernemer in verzet niets had aangevoerd dat de eerdere uitspraak in twijfel trok.
De beslissing van het College op 5 november 2024 was dan ook dat het verzet ongegrond werd verklaard, waarmee de eerdere uitspraak van 18 juni 2024 in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door mr. W.J.A.M. van Brussel, met mr. M. Ettema als griffier, en werd openbaar uitgesproken.