Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 oktober 2024 in de zaak tussen
Restaurant “ [naam] ” B.V., te [plaats] (de onderneming)
(gemachtigde: R. Schouten)
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
Standpunt van de onderneming
Standpunt van de minister
Hoewel de minister begrijpt dat ondernemers aan het begin van de pandemie onbekend waren met het aanvragen van een subsidie op grond van de TVL en de bijbehorende vereisten, is dit geen omstandigheid die maakt dat er subsidie kan worden toegekend aan een onderneming die geen aanvraag heeft ingediend. Het aanvraagproces was immers voor iedere ondernemer nieuw. De onderneming is er zelf verantwoordelijk voor dat zij beschikt over de middelen om een aanvraag in te kunnen dienen. Verder had het in de rede gelegen dat er tijdens de aanvraagperiode contact was opgenomen met de minister en melding was gemaakt van het feit dat de onderneming niet over e-Herkenning beschikte, zodat een passende oplossing had kunnen worden gezocht. Dat is echter niet gebeurd. Het niet tijdig beschikken over
e-Herkenning dient daarom voor rekening en risico van de onderneming te komen.
Beoordeling door het College