ECLI:NL:CBB:2024:623
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van subsidieaanvraag COVID-19
Op 3 september 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van [naam] B.V. tegen een eerdere uitspraak van 15 augustus 2023, waarin het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk was verklaard. Dit gebeurde naar aanleiding van een besluit van de minister van Economische Zaken over een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De onderneming had het beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 30 maart 2023, terwijl de beroepstermijn op 15 maart 2023 eindigde. De onderneming voerde aan dat zij door verblijf in het buitenland voor werk niet op tijd had kunnen reageren, maar het College oordeelde dat dit niet als verschoonbare termijnoverschrijding kon worden aangemerkt.
Het College overwoog dat de onderneming verantwoordelijk is voor het treffen van maatregelen om tijdig beroep in te stellen, ook bij verblijf in het buitenland. De onderneming had geen bewijsstukken overgelegd die aantoonden dat het verblijf in het buitenland tot na de termijn van 15 maart 2023 had geduurd. De conclusie was dat de eerdere uitspraak van 15 augustus 2023 juist was en dat het verzet ongegrond werd verklaard. Hierdoor werd het beroep van de onderneming niet inhoudelijk behandeld en eindigde de zaak met deze uitspraak.