ECLI:NL:CBB:2024:620
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van subsidieaanvraag COVID-19
Op 3 september 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van een onderneemster tegen een eerdere uitspraak van 5 september 2023. De onderneemster had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken, die haar bezwaar tegen het TVL-vaststellingsbesluit van 15 september 2022 niet-ontvankelijk had verklaard. Dit gebeurde omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar werd geacht. In de eerdere uitspraak oordeelde het College dat de minister terecht had gehandeld.
De onderneemster voerde in haar verzet aan dat de eerste aanvraag tijdig en correct was ingediend, en dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) deze niet goed had verwerkt. Het College verwees naar zijn eerdere uitspraak van 30 januari 2024, waarin het beoordelingskader werd uiteengezet. Het College concludeerde dat de onderneemster geen omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding konden verklaren. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard, wat betekent dat het beroep van de onderneemster niet inhoudelijk werd behandeld en de zaak hiermee was beëindigd.
De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Schoneveld, in aanwezigheid van griffier E.A. van der Meel, en werd openbaar uitgesproken op 3 september 2024.