ECLI:NL:CBB:2024:618
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van subsidieaanvraag COVID-19
Op 3 september 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van een ondernemer die verzet aantekende tegen een eerdere uitspraak van 10 januari 2023. In die uitspraak was het beroep van de ondernemer niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19. De ondernemer had zijn beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 23 september 2022, terwijl de termijn op 22 september 2022 eindigde. De ondernemer voerde in verzet aan dat de termijnoverschrijding slechts één tot drie dagen betrof en dat hij niet nalatig was geweest, maar dat hij wachtte op documenten van de Kamer van Koophandel die de startdatum van zijn onderneming bevestigden.
Het College oordeelde dat de ondernemer geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De ondernemer had in het verleden altijd tijdig stukken ingediend en de overschrijding was niet te rechtvaardigen. Het College verwees naar een eerdere uitspraak van 30 januari 2024 voor het beoordelingskader. Uiteindelijk concludeerde het College dat de eerdere uitspraak van 10 januari 2023 juist was en verklaarde het verzet ongegrond. Dit betekende dat het beroep van de ondernemer niet inhoudelijk werd behandeld en de zaak met deze uitspraak eindigde.