In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 augustus 2024, betreft het een beroep van een onderneming tegen de afwijzing van haar aanvraag voor subsidie op grond van de Tijdelijke regeling aanvullende subsidie evenementen COVID-19 (ATE). De minister van Economische Zaken had op 16 mei 2022 de aanvraag afgewezen, omdat het evenement waarvoor subsidie werd aangevraagd niet was geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod. De onderneming stelde dat er wel degelijk een evenementenverbod was aangekondigd, maar het College oordeelde dat het evenement niet geannuleerd was vanwege een evenementenverbod dat gold voor de data van het geplande evenement. De minister had in zijn besluit de afwijzing gehandhaafd, en het College volgde deze redenering. Het College concludeerde dat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarden voor subsidie, aangezien er geen evenementenverbod was op het moment van annulering van het evenement. De onderneming had ook geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die de afwijzing van de aanvraag onevenwichtig zouden maken. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder subsidies worden verstrekt en de noodzaak voor organisatoren om zich aan deze voorwaarden te houden.