ECLI:NL:CBB:2024:534
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag COVID-19 voor niet-MKB-onderneming
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen Autobedrijf [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken. De onderneming had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2022. De minister heeft deze aanvraag op 14 juni 2022 afgewezen, omdat de onderneming niet als MKB-onderneming kon worden aangemerkt. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 1 februari 2023 door de minister gehandhaafd, waarop de onderneming beroep instelde.
Het College heeft de argumenten van de onderneming en de minister beoordeeld. De minister stelde dat de onderneming geen tijdige subsidieaanvraag had ingediend voor een MKB-onderneming, maar het College oordeelde dat dit niet het enige geschilpunt was. De onderneming betoogde dat zij wel als MKB-onderneming kwalificeerde, maar het College concludeerde dat er bij de groep waartoe de onderneming behoort meer dan 250 werkzame personen zijn en dat de jaaromzet van de onderneming meer dan 50 miljoen euro bedraagt. Hierdoor kon de onderneming niet als MKB-onderneming worden aangemerkt.
Het College verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister terecht was. De uitspraak werd gedaan zonder zitting, omdat het College voldoende informatie had om tot een oordeel te komen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.