In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 9 juli 2024, in de zaak tussen Stichting Aanpak Misstanden Natuurbeheer en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, wordt de vraag behandeld of de minister handhavend moet optreden tegen Staatsbosbeheer vanwege het weiden van konikpaarden in het Oostvaardersveld. De stichting stelt dat de aanwezigheid van de grote klis in het gebied leidt tot oogletsel bij de konikpaarden, wat een overtreding vormt van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren. De minister had eerder een wijzigingsbesluit genomen waarin hij het bezwaar van de stichting ongegrond verklaarde, maar het College oordeelt dat de minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van de grote klis voor de gezondheid van de konikpaarden.
Het College concludeert dat de aanwezigheid van de grote klis in het Oostvaardersveld een overtreding vormt van artikel 1.3 van het Besluit houders van dieren, omdat het welzijn van de konikpaarden in gevaar komt. De minister wordt opgedragen om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen dat strekt tot handhavend optreden. Daarnaast wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van de stichting tot een bedrag van € 135,20 en moet hij het betaalde griffierecht vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van handhaving van de Wet dieren en de bescherming van het welzijn van de konikpaarden in het Oostvaardersveld.