1.2In artikel 10 van de Procesregeling bestuursrechterlijke colleges is bepaald dat als het college een machtiging of bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid verlangt, het de gemachtigde of vertegenwoordiger schriftelijk uitnodigt de machtiging of het bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen vier weken in te zenden.
2 Het hogerberoepschrift van de slachterij is ondertekend door [naam 2] . [naam 2] stelt dat hij directeur/bestuurder is van de slachterij en daarom bevoegd was namens de slachterij hoger beroep in te stellen.
3 In verband met het ontbreken van een bewijs van deze door [naam 2] gestelde vertegenwoordigingsbevoegdheid, heeft het College de slachterij, ter attentie van [naam 2] , bij brief van 29 april 2024 verzocht recente uittreksels uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en zo nodig de uittreksels van bovenliggende rechtspersonen toe te zenden waaruit blijkt dat [naam 2] als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder gerechtigd is de slachterij te vertegenwoordigen. Omdat het College een paar dagen voorafgaand aan de zitting nog geen reactie had ontvangen, heeft het de slachterij, ter attentie van [naam 2] , op 17 mei 2024 aan zijn verzoek herinnerd en verzocht de gevraagde uittreksels mee te nemen naar de zitting.
4 Op de zitting heeft [naam 2] uittreksels van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van de slachterij en de holding van de slachterij overgelegd van 14 januari 2020. Het College heeft hem daarop uitgelegd dat het om recente uittreksels had verzocht, omdat het wil vaststellen of hij bevoegd was namens de slachterij het hoger beroep in te stellen op 20 december 2021. Op de zitting is daarom afgesproken met [naam 2] dat hij recente uittreksels en de statuten van de slachterij en bovenliggende rechtspersonen binnen twee weken na de zitting zal toezenden, zodat het College kan nagaan of hij als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder gerechtigd is namens de slachterij hoger beroep in te stellen. Daarbij heeft het College [naam 2] te kennen gegeven dat het hoger beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als hij hieraan niet voldoet en wat dit betekent. Het College heeft deze afspraak bevestigd bij brief van 22 mei 2024 aan de slachterij, ter attentie van [naam 2] . Het College heeft binnen de daartoe gestelde termijn niets ontvangen. [naam 2] heeft dus in totaal vijf weken gekregen om zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid te bewijzen, maar dat niet gedaan.
5 Omdat het hogerberoepschrift alleen is ondertekend door [naam 2] en hij geen bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft overgelegd, ondanks de ruime termijn die hem geboden is om dat alsnog te doen, heeft het College niet kunnen vaststellen dat hij bevoegd was om namens de slachterij hoger beroep in te stellen.
6 Het College zal het hoger beroep van de slachterij daarom niet-ontvankelijk verklaren. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Het College verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Pavićević, mr. W.J.A.M. van Brussel en mr. P.H.A. Knol, in aanwezigheid van mr. N.A. van Opbergen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.
w.g. T. Pavićević w.g. N.A. van Opbergen