ECLI:NL:CBB:2024:400
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van SDE-subsidie voor zonnepaneleninstallatie wegens onjuiste informatie in subsidieaanvraag
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. beroep ingesteld tegen de intrekking van een SDE-subsidie door de minister voor Klimaat en Energie. De subsidie was oorspronkelijk verleend voor de productie van hernieuwbare elektriciteit door een zonnepaneleninstallatie op een bestaand dak. De minister heeft de subsidie ingetrokken omdat [naam 1] B.V. onjuiste informatie had verstrekt in de subsidieaanvraag, namelijk dat er geen omgevingsvergunning nodig was voor de realisatie van de installatie. Later bleek dat er wel een vergunning vereist was, wat leidde tot de conclusie dat de subsidieaanvraag afgewezen zou zijn als de juiste informatie was verstrekt.
De minister heeft het bezwaar van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, waarna het beroep volgde. Tijdens de zitting op 27 maart 2024 heeft de gemachtigde van [naam 1] B.V. betoogd dat de intrekking van de subsidie onterecht was, omdat de productie-installatie inmiddels was gerealiseerd en bijdroeg aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft echter geoordeeld dat de minister terecht de subsidie heeft ingetrokken, omdat de verstrekte informatie essentieel was voor de beoordeling van de aanvraag. De intrekking was niet onevenredig, gezien de belangen van andere aanvragers en de noodzaak om een gelijk speelveld te waarborgen.
Het College heeft geconcludeerd dat de minister bevoegd was om de subsidie in te trekken op basis van artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht, en dat de gevolgen van het intrekkingsbesluit voor [naam 1] B.V. niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen die met het besluit werden gediend. Het beroep van [naam 1] B.V. is ongegrond verklaard, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.