Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 11 juni 2024 op de hoger beroepen van:
[naam 1] BV en [naam 2] BV
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) (de Staat).
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
€ 1.800,-) wegensovertredingen van bepalingen uit de Msw, het Uitvoeringsbesluit Msw en de Uitvoeringsregeling Msw.
- vervoersgegevens niet op de juiste manier vastgelegd (feitcode M259) (€ 300,-),
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
18 september 2018 door [naam 6] junior namens [naam 2] BV vervoerd naar Ravels in België. Na vertrek van het voertuig van de locatie van [naam 4] voor de derde vracht is door toezichthouders van de NVWA (onder wie [naam 3] ) een controle uitgevoerd, waarbij is geconstateerd dat het voertuig niet was gevuld met maar twee loader scheppen, maar met een halve vracht mest. De toezichthouders hebben daarop besloten nader onderzoek te verrichten naar alle vrachten van die dag. Van hun bevindingen hebben zij in totaal drie rapporten van bevindingen opgemaakt op 27 november 2018.
14 december 2018. Op het moment van deze uitspraak is de redelijke termijn met één jaar en bijna zes maanden overschreden. Deze overschrijding is volledig toe te rekenen aan de rechterlijke fase. De rechtbank heeft het totale boetebedrag met 10% gematigd tot een bedrag van € 540,-. Het College ziet aanleiding het totale boetebedrag verder te matigen met 5% tot een bedrag van € 510,-.
21 december 2018. Op het moment van deze uitspraak is de redelijke termijn met één jaar en bijna zes maanden overschreden. Deze overschrijding is volledig toe te rekenen aan de rechterlijke fase. De rechtbank heeft het totale boetebedrag met 10% gematigd tot een bedrag van € 1.620,-. Het College ziet aanleiding het totale boetebedrag verder te matigen met 5% tot een bedrag van € 1.530,-.
Beslissing
mr. W.A.J. van Lierop, in aanwezigheid van mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2024.