Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 april 2024 in de zaak tussen
[naam] , te [woonplaats]
de minister voor Klimaat en Energie
Procesverloop
Overwegingen
“Allereerst komt een investering in dakisolatie voor subsidie in aanmerking. Het gaat hierbij om het isoleren van het bestaande dak in de bestaande thermische schil dan wel het isoleren van de bestaande zolder- of vlieringvloer. Een aanvullende eis bij het isoleren van de bestaande zolder- of vlieringvloer is dan dat de zolder- of vliering onverwarmd moet zijn. Een woning waarin de zolder of vliering wel wordt verwarmd profiteert immers niet van het isoleren van de vloer van deze zolder of vliering en daarmee wordt het beoogde besparingseffect in onvoldoende mate bereikt. In het geval een zolder of vliering al verwarmd wordt, komt een dergelijke maatregel dus niet voor subsidie in aanmerking.”
Het College leidt hieruit af dat de subsidie in beginsel bedoeld is voor dakisolatie, maar dat deze ook verleend kan worden voor zoldervloerisolatie in woningen die een onverwarmde zolder hebben. Het is (uiteraard) niet de bedoeling dat subsidie verleend wordt voor het isoleren van de zoldervloer als het dak boven die zolder ook al geïsoleerd is, want dat levert geen besparingseffect op. Om die reden wordt er subsidie verleend voor isolatie van het dak dan wel voor isolatie van de zoldervloer.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de minister op binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van de aanwijzingen in deze uitspraak;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 184,- aan [naam] te vergoeden;
€ 574,98.