ECLI:NL:CBB:2023:664

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
23/288
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor dak- en zolderisolatie op basis van eerdere subsidieverstrekking

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 november 2023, zaaknummer 23/288, is de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister voor Klimaat en Energie aan de orde. De aanvraag betrof subsidie voor dak- en zolder- of vlieringvloerisolatie op basis van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister had eerder al subsidie verstrekt voor zolder- of vlieringvloerisolatie van de woning van de aanvrager, wat leidde tot de afwijzing van de tweede aanvraag. De minister stelde dat de subsidie voor dakisolatie ook terecht was afgewezen, omdat het dak vernieuwd was en subsidie enkel mogelijk is voor de isolatie van een bestaand dak.

De aanvrager had op 30 juni 2022 subsidie aangevraagd voor isolatie van haar woning, maar de minister wees deze aanvraag op 5 oktober 2022 gedeeltelijk af. Het bezwaar van de aanvrager tegen deze afwijzing werd op 23 december 2022 ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 12 oktober 2023 waren de gemachtigden van de minister aanwezig, terwijl de aanvrager en haar gemachtigde zich afmeldden.

Het College oordeelde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen, omdat er eerder subsidie was verstrekt voor een vergelijkbare maatregel. De aanvrager voerde aan dat zij recht had op volledige subsidie, maar het College concludeerde dat de minister geen ruimte had voor een belangenafweging, aangezien de Regeling geen hardheidsclausule bevat. De afwijzing van de subsidie had grote financiële gevolgen voor de aanvrager, maar dit maakte de beslissing niet onevenredig. Het beroep van de aanvrager werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/288

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 november 2023 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats]

(gemachtigde: mr. S.M. Carabain-Klomp)
en

de minister voor Klimaat en Energie

(gemachtigden: mr. C. Cromheecke en mr. M. Zweers)

Procesverloop

Met het besluit van 5 oktober 2022 heeft de minister de aanvraag van [naam] om subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) gedeeltelijk afgewezen.
Met het besluit van 23 december 2022 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van [naam] tegen het besluit van 5 oktober 2022 ongegrond verklaard.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 12 oktober 2023. [naam] en haar gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting. De gemachtigden van de minister hebben aan de zitting deelgenomen.

Overwegingen

Inleiding
1. [naam] heeft haar woning verbouwd en verduurzaamd. [naam] heeft op 30 juni 2022 subsidie aangevraagd voor onder andere zolder- of vlieringvloerisolatie en dakisolatie. De minister heeft op 5 oktober 2022 de subsidieaanvraag voor deze posten afgewezen, omdat [naam] al eerder subsidie heeft ontvangen voor zolder- of vlieringvloerisolatie en de dakisolatie niet in het bestaande dak in de bestaande thermische schil is aangebracht.
2 Het toepasselijke wettelijke kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
Standpunten van partijen
3 [naam] voert aan dat zij voor de volledige subsidie in aanmerking dient te komen. De subsidie voor zolder- of vlieringvloerisolatie heeft [naam] afzonderlijk aangevraagd omdat verschillende klusbedrijven werkzaamheden voor haar hebben verricht in beide delen van de woning. Een medewerker van de minister heeft telefonisch verklaard dat zij hiervoor twee afzonderlijke aanvragen moest indienen en dat dit geen probleem zou zijn. Wat de dakisolatie betreft stelt [naam] dat deze is aangebracht in een bestaand dak in de bestaande thermische schil. Er is geen sprake van een nieuwbouwhuis, maar van een verbouwing. Zij heeft noodgedwongen haar voorhuis moeten afbreken en weer opnieuw moeten opbouwen vanwege de slechte staat waarin het verkeerde. De afwijzing heeft grote impact op haar financiën, want [naam] heeft in de begroting van de verbouwing rekening gehouden met de ontvangst van het volledige subsidiebedrag.
4 De minister betoogt dat de subsidieaanvraag terecht is afgewezen. De minister heeft eerder subsidie verleend voor zolder- of vlieringvloerisolatie; dit heeft tot gevolg dat de aanvraag hiervoor moet worden afgewezen. Dat sprake is van een ander deel van het dak is niet relevant omdat het hetzelfde type isolerende maatregel betreft. Dat [naam] contact heeft gehad met een medewerker en deze haar zou hebben geadviseerd aparte aanvragen in te dienen, is niet gebleken. Daarnaast is sprake van het aanbrengen van isolatiemateriaal in een nieuw dak in een nieuwe thermische schil. [naam] heeft het dak immers gesloopt en opnieuw opgebouwd. De subsidie voor dakisolatie moet om deze reden ook worden afgewezen.
Beoordeling door het College
5.1
Aan de orde is of de minister de aanvraag van [naam] terecht heeft afgewezen. Het College beantwoordt deze vraag bevestigend. Hieronder legt het College uit waarom.
5.2
Op grond van artikel 4.5.9., eerste lid, aanhef en onder a, van de Regeling wijst de minister een subsidieaanvraag af als ten aanzien van een zelfde type energiebesparende isolatiemaatregel eerder subsidie is verstrekt. Vaststaat dat de minister voor dezelfde woning van [naam] op 1 september 2022 subsidie heeft verstrekt voor zolder- of vlieringvloerisolatie. De tweede aanvraag is eveneens voor zolder- of vlieringvloerisolatie in dezelfde woning. Dat het gaat om een isolatiemaatregel in een ander deel van de woning, neemt niet weg dat het een zelfde type isolatiemaatregel is. Dit betekent dat de minister gehouden was om deze aanvraag voor zolder- of vlieringvloerisolatie af te wijzen.
5.3
De minister verstrekt op grond van artikel 4.5.2., derde lid, aanhef en onder a, onder 1°, van de Regeling subsidie voor dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij de dakisolatie wordt aangebracht in het bestaande dak in de bestaande thermische schil van de woning. Uit de bewoordingen ‘dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie’ volgt dat de minister slechts voor één van beide isolatiemaatregelen subsidie verstrekt. Omdat [naam] al eerder voor zolder- of vlieringvloerisolatie subsidie heeft gekregen, zoals hiervoor onder 5.2 is besproken, komt zij niet voor dakisolatie in aanmerking. Het College is verder van oordeel dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de dakisolatie niet is aangebracht in het bestaande dak. [naam] heeft immers verklaard dat het voorhuis is gesloopt en volledig opnieuw is opgebouwd. Hieruit volgt dat het dak nieuw is. De minister moest de aanvraag voor dakisolatie ook daarom afwijzen.
5.4
Voor zover [naam] betoogt dat zij uit de verklaring van de medewerker van de minister dat zij twee afzonderlijke aanvragen moest indienen en dat dit geen probleem zou zijn, mocht begrijpen dat de minister heeft toegezegd dat beide aanvragen zouden worden ingewilligd, slaagt dat betoog niet. [naam] heeft deze stelling namelijk niet onderbouwd en de minister heeft ook geen uitspraak of toezegging van die aard geconstateerd.
5.5
De onder 5.2 en 5.3 genoemde afwijzingsgronden heeft de minister moeten toepassen. De Regeling bevat geen hardheidsclausule en biedt de minister ook geen ruimte voor een belangenafweging. Dat de afwijzing van de subsidie financiële gevolgen voor [naam] heeft, maakt op zichzelf niet dat de uitkomst van het besluit onevenredig is.
Conclusie
6 Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.S.J. Albers, in aanwezigheid van mr. M. Ettema, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.
w.g. mr. H.S.J. Albers w.g. mr. M. Ettema

Bijlage

Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.5.2., eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, aanhef en onder a
1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor een investering of combinatie van investeringen die bestemd is voor:
b. energiebesparende isolatiemaatregelen; of
[…]
3. Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering voor energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt deze verstrekt aan een eigenaar-bewoner ten behoeve van de aanschaf en het door een bouwbedrijf in een koopwoning laten aanbrengen van isolatiemateriaal, dat is voorzien van een prestatieverklaring, voor één of meer van de volgende typen energiebesparende isolatiemaatregelen:
a. dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:
1°. ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van het bestaande dak in de bestaande thermische schil of, indien de zolder of vliering onverwarmd is, van ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande zolder-of vlieringvloer, wordt geïsoleerd;
Artikel 4.5.9., eerste lid, aanhef en onder a
1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag voor subsidie voor een investering voor de productie van duurzame energie, energiebesparende isolatiemaatregelen of de aansluiting op een warmtenet als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede, derde of vierde lid, indien:
a. ten aanzien van dezelfde investering dan wel een investering in een zelfde type energiebesparende isolatiemaatregel eerder subsidie is verstrekt;