ECLI:NL:CBB:2023:741

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
22/2083
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag TVL-subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 wegens te late indiening

In de zaak met zaaknummer 22/2083 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 december 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie voor het eerste kwartaal van 2022. De aanvraag was te laat ingediend, wat niet in geschil was. De TVL-regeling stelt dat een te late aanvraag moet worden afgewezen, en het College oordeelde dat deze afwijzing niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. De ondernemer had de verantwoordelijkheid om op de hoogte te zijn van de aanvraagperiodes, en het College vond het niet onredelijk dat de kortere aanvraagperiode was ingesteld in verband met het aflopen van de Tijdelijke kaderregeling per 1 juli 2022. De minister was niet verplicht om ondernemers actief te informeren over deze wijziging, en de afwijzing van de aanvraag werd als terecht beschouwd. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/2083
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 december 2023

Raadsheer: mr R.W.L. Koopmans

Griffier: mr C.E.C.M. van Roosmalen

Partijen

[naam 1] handelend onder de naam [naam 2] ,gevestigd te [plaats] (de ondernemer),
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door mr. P. van Veen en mr. W. Dam.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Niet in geschil is dat de aanvraag om TVL-subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 te laat is ingediend. De TVL-regeling bepaalt dat de aanvraag dan moet worden afgewezen.
2 Het afwijzen van de aanvraag is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel. De aanvraagperiode voor het eerste kwartaal van 2022 blijkt duidelijk uit de TVL en de informatie op de website van RVO. Van een ondernemer mag worden verwacht dat die in de gaten houdt wanneer de aanvraag voor een TVL-subsidie moet worden ingediend. Dat de ondernemer op de uiterste datum dat de aanvraag kon worden ingediend (31 maart 2022) nog niet op de hoogte was van de exacte omzet in de subsidieperiode, maakt niet dat de minister moet afwijken van de dwingendrechtelijke afwijzingsgrond.
3 De minister is niet verplicht om ondernemers die eerder een TVL-subsidie hebben aangevraagd op de hoogte te stellen van de afwijkende, kortere aanvraagperiode voor deze subsidieperiode, anders dan via de website of een servicebericht waarvoor zij zich kunnen melden op de website van RVO. Deze kortere aanvraagperiode houdt verband met het aflopen van de Tijdelijke kaderregeling met ingang van 1 juli 2022. [1] Dat deze kortere aanvraagperiode is gehanteerd om tijdig te kunnen beslissen op alle ingediende TVL-aanvragen, is niet onredelijk.
4 De minister heeft de aanvraag om een TVL-subsidie dan ook terecht afgewezen.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. C.E.C.M. van Roosmalen

Voetnoten

1.Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I).