ECLI:NL:CBB:2023:721
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.C. Stam
- T. Pavićević
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens te late indiening
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 december 2023, wordt de niet-ontvankelijkheid van een beroepschrift behandeld. De maatschap [naam 1] had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat betrekking had op de herberekening van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2017. De beroepsprocedure begon met een besluit van 10 juli 2020, gevolgd door een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar door de minister op 2 november 2020. De maatschap diende haar beroepschrift in op 18 december 2020, maar het poststempel op de envelop was gedateerd op 15 december 2020, wat na de beroepstermijn viel die eindigde op 14 december 2020.
Het College oordeelt dat de maatschap niet heeft aangetoond dat het beroepschrift eerder op de post is gedaan dan de datum op het poststempel. De maatschap had de mogelijkheid om bewijs te leveren dat het beroepschrift op 11 december 2020 was gedeponeerd, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor concludeert het College dat het beroepschrift te laat is ingediend en dat er geen goede redenen zijn gegeven voor deze vertraging. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de termijnen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de indiener van een beroepschrift verantwoordelijk is voor tijdige indiening.
De beslissing van het College is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.