ECLI:NL:CBB:2023:686
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om teruggave van honden in het kader van bestuursdwang en Wet dieren
Op 7 december 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken 23/1889 en 23/1911. De zaak betreft een verzoek van [naam 1], de bestuurder van een hondenfokkerij, om de teruggave van acht honden die op 22 september 2023 door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in bewaring zijn genomen. De minister had deze honden in bewaring genomen omdat de vennootschap, waar [naam 1] bestuurder van is, zich schuldig zou maken aan overtredingen van de Wet dieren, wat zou leiden tot een slechte verzorging van de honden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de honden niet van de vennootschap zijn, maar van [naam 1] persoonlijk. Echter, de minister heeft betoogd dat de vennootschap op dezelfde locatie als voorheen honden hield en dat de bedrijfssluiting en lasten onder bestuursdwang niet werden nageleefd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om de lasten onder bestuursdwang te schorsen niet zou bijdragen aan de teruggave van de honden, aangezien de besluiten enkel betrekking hadden op de vennootschap.
De voorzieningenrechter concludeerde dat [naam 1] niet heeft aangetoond dat de honden daadwerkelijk zijn eigendom zijn en dat hij niet is geslaagd in zijn poging om de lasten onder bestuursdwang te ontlopen. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.