1.3Met het besluit van 15 april 2022 heeft de minister het bedrag vastgesteld dat de landbouwer ontvangt voor de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling. Daarbij heeft de minister wat betreft de vergroeningsbetaling van de voor uitbetaling opgegeven oppervlakte van 88,33 ha slechts 45,19 ha in aanmerking genomen en de landbouwer een korting opgelegd, omdat de landbouwer niet voldoet aan alle vergroeningseisen. Meer in het bijzonder heeft de minister voor de betreffende percelen een oppervlakte ecologisch aandachtsgebied van 0,00 ha geconstateerd.
2 Met het bestreden besluit heeft de minister het besluit van 15 april 2022 gehandhaafd. De minister heeft hierin uiteengezet dat voor het inzetten van vanggewas als ecologisch aandachtsgebied de voorwaarden gelden dat niet later dan 15 oktober mag worden ingezaaid en dat het vanggewas ten minste acht weken na de oogst van het hoofdgewas op het perceel aanwezig moet zijn( Bijlage 2 bij artikel 2.17, eerste lid, onderdeel d, voorwaarden 2 en 4 van de Uitvoeringsregeling). Omdat de landbouwer het hoofdgewas op 14 oktober 2021 had geoogst, had hij de vanggewassen tot en met 9 december 2021 op de betreffende percelen moeten laten staan. Uit het beeldmateriaal van die percelen van 29 oktober 2021 en
29 november 2021 leidt de minister af dat de vanggewassen geen acht weken vanaf
14 oktober 2021 op die percelen aanwezig waren. Om die reden voldoet de landbouwer niet aan de zogenoemde 8-wekentermijn.
3 De landbouwer voert in beroep het volgende aan. Uit de foto van 29 oktober 2021 kan nog geen vanggewas blijken, omdat dit twee weken na de oogst en dus veel te vroeg is. Volgens de landbouwer beginnen de percelen 127, 128 en 149 wel al donkergroen te kleuren en vertoont de foto van 29 november 2021 nog meer kleur. Verder kon het gewas door de lage bodemvoorraad van de percelen niet goed opkomen. Als gevolg van de goede maisoogst waren de achtergebleven voedingsstoffen in de grond laag en had het gewas meer overbemest moeten worden. Ten slotte kleurt perceel 153 wel rood, omdat op dit perceel sprake is van een inzaaidatum met bemesting op 16 september 2021 en omdat het specifieke vanggewas snelle lente rogge de eigenschap heeft zich zeer snel te ontwikkelen.
4 In zijn verweerschrift voert de minister het volgende aan. Hij volgt niet het standpunt van de landbouwer dat twee weken te kort is voor opkomst van het vanggewas, omdat de landbouwer heeft opgegeven deze percelen al op 21 juni 2021 door middel van onderzaai te hebben ingezaaid met het vanggewas. De minister kan de landbouwer evenmin volgen in diens standpunt dat de percelen 127, 128 en 149 donkergroen beginnen te kleuren, omdat een groene kleur betekent dat er geen gewas zichtbaar is, wat ook geldt ook voor donkergroen. Ten slotte kan de minister de landbouwer niet volgen wat hij met diens standpunt over perceel 153 wil bereiken, omdat perceel 153 niet als onderzaai is opgegeven.
5 Het College overweegt als volgt.