1.2Bij het primaire besluit heeft verweerder als basis- en vergroeningsbetaling en extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2019 een bedrag van € 17.402,68 vastgesteld. Daarbij heeft verweerder van de voor de uitbetaling opgegeven oppervlakte van 51,88 ha, 33,93 ha in aanmerking genomen bij het vaststellen van de vergroeningsbetaling, omdat van de 2,58 ha die appellante voor het ecologische aandachtsgebied moet inrichten, (slechts) 0,80 ha door haar is gerealiseerd. Op perceel 42 is geen vanggewas geconstateerd.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. In de GO 2019 heeft appellante aangegeven dat haar ecologisch aandachtsgebied behoort tot de algemene lijst. Om vanggewassen in te kunnen zetten als ecologisch aandachtsgebied gelden er voorwaarden. Deze voorwaarden luiden onder meer en voor zover van belang dat de datum van inzaai gemeld moet worden in de GO 2019 en dat deze datum van inzaai niet later mag zijn dan 15 oktober 2019. Daarnaast dient het vanggewas ten
minste 8 weken op het perceel aanwezig te zijn. Volgens verweerder heeft appellante niet aannemelijk gemaakt dat zij tijdig een vanggewas heeft ingezaaid. Zo leidt verweerder uit de op 8 januari 2020 opgestelde “Rapportage controle ter plaatse door middel van teledetectie najaar-/wintercontrole vergroening” (teledetectierapport) af dat in de maanden oktober, november en december 2019 op perceel 42 geen vanggewas is geconstateerd. Ook uit de satellietbeelden van perceel 42 leidt verweerder af dat in het jaar 2019 geen zichtbaar vanggewas is opgekomen. Voor zover appellante met haar betoog dat het vanggewas op perceel 42 niet goed is opgekomen als gevolg van de natte herfst en koude nachten, een beroep op overmacht heeft willen doen, kan dit beroep volgens verweerder niet slagen.
3. Appellante voert in beroep aan dat zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij het vanggewas vóór 16 oktober 2019 heeft ingezaaid. Dit blijkt namelijk uit de door haar overgelegde screenshot van een via Whatsapp verstuurde foto van 7 oktober 2019, die aangeeft dat op die dag op perceel 42 een begin is gemaakt met het inzaaien met een goedgekeurd zaaimengsel. Op 8 oktober 2019 is het resterende deel van het perceel ingezaaid. Appellante voert in dat verband (nog) aan dat verweerder op basis van de teledectie- en satellietbeelden niet heeft kunnen concluderen dat op perceel 42 geen vanggewas aanwezig was. Op het teledectiebeeld is een rood vlak aan de bovenzijde van dit perceel zichtbaar, terwijl niet duidelijk is wat op de satellietbeelden van 10 november 2019 en 12 maart 2020 te zien is. Verder stelt appellante dat het bestreden besluit in strijd met het motiveringsbeginsel is genomen, nu zij, anders dan verweerder in dit besluit stelt, geen beroep op overmacht heeft gedaan. Appellante heeft met haar stelling dat sprake was van een natte herfst en koude nachten, enkel willen aangegeven dat tijdig is ingezaaid, maar dat de ontwikkeling van het gewas in eerste instantie is achtergebleven.
4. In het verweerschrift heeft verweerder nader uiteengezet dat uit het teledetectierapport volgt dat op perceel 42 geen gewas zichtbaar is, omdat op de teledetectiebeelden een groene kleur zichtbaar is. Uit het satellietbeeld van 2 oktober 2019 leidt verweerder af dat het hoofdgewas (snijmais) op dat moment nog op het perceel aanwezig is. Op het eerstvolgende beschikbare satellietbeeld van 10 november 2019 is geen gewas zichtbaar hetgeen ook geldt voor de satellietbeelden van, 2 (lees: 4) december 2019 en 12 december 2019. Pas op de satellietbeelden van 12 maart 2020 en 13 (lees: 31) maart 2020 is een opkomend gewas geconstateerd, waarna op 16 april 2020 sprake is van een zichtbare bedekking. Op basis hiervan is verweerder van oordeel dat van een tijdig inzaaien geen sprake kan zijn en dat perceel 42 niet in aanmerking kan worden genomen voor de inrichting van het ecologisch aandachtgebied. Uit het door appellante gemaakte screenshot van een Whatsapp foto kan niet worden afgeleid dat op die datum (van 7 oktober 2019) daadwerkelijk een vanggewas werd ingezaaid, aldus verweerder.
5. Het College overweegt als volgt.