In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 november 2023, zaaknummer 21/1034, is het beroep van [naam 1] B.V. tegen het bestreden besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk verklaard. De onderneming had eerder een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 voor het vierde kwartaal van 2020, welke aanvraag op 26 januari 2021 was afgewezen. Na een tussenuitspraak op 11 oktober 2022, waarin het College de minister opdroeg om het gebrek in het besluit te herstellen, heeft de minister op 3 november 2022 een vervangingsbesluit genomen. De onderneming gaf aan dat het vervangingsbesluit volledig tegemoetkwam aan haar bezwaren en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Het College concludeerde dat het vervangingsbesluit het bestreden besluit had vervangen en dat de onderneming geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het ingetrokken besluit. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het College oordeelde verder dat de minister de onderneming in de proceskosten moest veroordelen, vastgesteld op € 837,-, en het door de onderneming betaalde griffierecht van € 360,- moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. D. Brugman, in aanwezigheid van griffier D.A. Bohlmeijer.