ECLI:NL:CBB:2023:499
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Fytosanitaire maatregelen ter bestrijding van spintmijt op kerststerren en de evenredigheid van deze maatregelen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de fytosanitaire maatregelen die de minister heeft opgelegd naar aanleiding van de aangetroffen spintmijt op kerststerren. De minister had op 18 november 2021 fytosanitaire maatregelen aangezegd, gevolgd door een besluit op 22 november 2021 waarin alle kerststerren en overige waardplanten op de bedrijfslocatie van [naam 1] besmet werden verklaard. Het bestreden besluit van 6 april 2022 handhaafde deze maatregelen, waarop [naam 1] beroep instelde.
Tijdens de zitting op 18 juli 2023 werd de vraag behandeld of de minister de maatregelen mocht opleggen en of deze evenredig waren. [naam 1] betoogde dat de maatregelen niet passend waren, omdat de aangetroffen spintmijten dood waren en de maatregelen tot 1 december 2021 onnodig lang duurden. Het College overwoog dat de minister op basis van de EU-regelgeving verplicht was om maatregelen te nemen zodra de aanwezigheid van een EU-quarantaineorganisme was bevestigd. De minister had de maatregelen terecht als noodzakelijk beoordeeld, ook al waren de spintmijten dood, omdat er in een geëxporteerde partij kerststerren levende spintmijt was aangetroffen.
Het College concludeerde dat de minister niet onrechtmatig had gehandeld en dat de opgelegde maatregelen in overeenstemming waren met de wetgeving. Het beroep van [naam 1] werd ongegrond verklaard, en de minister was niet verplicht om schadevergoeding of proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van fytosanitaire maatregelen ter bescherming van de plantgezondheid en de strikte naleving van de EU-regelgeving.