ECLI:NL:CBB:2023:428

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
22/1853
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag TVL-subsidie wegens te late indiening en dwingendrechtelijke afwijzingsgrond

Op 10 augustus 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1853. De zaak betreft een aanvraag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie voor het eerste kwartaal van 2022, die te laat is ingediend door de ondernemer, handelend onder de naam [naam 2]. De ondernemer had gewacht met het indienen van de aanvraag totdat de omzetcijfers van het eerste kwartaal vaststonden. Echter, het College oordeelde dat deze vertraging geen reden was om af te wijken van de dwingendrechtelijke afwijzingsgrond die in de TVL-regeling is opgenomen. De minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door drs. E.S.M. Slot en mr. O. Andich, heeft de aanvraag terecht afgewezen. Het College verklaarde het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de telefonische mededeling van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland niet kan worden aangemerkt als een toezegging dat de aanvraag later kon worden ingediend. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de strikte naleving van de regels die zijn vastgesteld in de TVL-regeling.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1853

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van10 augustus 2023

Rechter: mr. R.W.L. Koopmans
Griffier: mr. C.E.C.M. van Roosmalen

Partijen

[naam 1] , handelend onder de naam [naam 2] ,te [plaats] (de ondernemer)
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door

drs. E.S.M. Slot en mr. O. Andich.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Niet in geschil is dat de aanvraag om een TVL-subsidie voor het eerste kwartaal (Q1)
van 2022 te laat is ingediend. De TVL bepaalt dat de aanvraag dan moet worden afgewezen.
2. Dat de ondernemer heeft gewacht met het doen van de aanvraag totdat de omzetcijfers
van Q1 van 2022 vaststonden, maakt niet dat de minister moet afwijken van de
dwingendrechtelijke afwijzingsgrond.
3. De telefonische mededeling van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland dat een
procedure bestaat om een te late aanvraag te melden, is niet aan te merken als een toezegging
op grond waarvan de ondernemer ervan uit mocht gaan dat de aanvraag later kon
worden ingediend.
4. De minister heeft de TVL-subsidie dan ook terecht afgewezen.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. C.E.C.M. van Roosmalen