Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 augustus 2023 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [plaats] , ( [naam 1] )
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, (Ctgb)
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) over de weigering van de toelating van de biocide Vapona spray. De aanvraag van [naam 1] voor de toelating van dit middel, dat bedoeld is voor de bestrijding van kruipende insecten, werd door het Ctgb afgewezen op 2 juli 2021, omdat het gebruik van het middel een onaanvaardbaar risico voor het milieu met zich meebrengt, met name voor het aquatische milieu. Het Ctgb handhaafde deze afwijzing na het indienen van een bezwaar door [naam 1].
Tijdens de zitting op 21 maart 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. [naam 1] betoogde dat de toelating van Vapona spray geen onaanvaardbare risico's met zich meebrengt, mits de geharmoniseerde aanpak wordt toegepast. Het Ctgb daarentegen hield vast aan de conclusie dat het gebruik van het middel leidt tot onacceptabele risico's voor sediment, vooral gezien de actieve stoffen die niet snel afbreken en de manier waarop het middel wordt toegepast.
Het College oordeelde dat het Ctgb terecht is uitgegaan van een worst case scenario bij de beoordeling van de aanvraag. De conclusie dat de Vapona spray niet voldoet aan de voorwaarden van de Biocidenverordening, met betrekking tot de effecten op het milieu, werd door het College bevestigd. Het beroep van [naam 1] werd ongegrond verklaard, en het Ctgb hoeft geen proceskosten te vergoeden.