ECLI:NL:CBB:2023:379
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- M. van Duuren
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Erkenning als examinator van machinisten en toetsing van kennis van examenmethodes
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 juli 2023, wordt het hoger beroep van [naam 1] behandeld tegen de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. [naam 1] verzoekt erkenning als examinator van machinisten in Nederland, na eerder erkend te zijn door de Duitse autoriteiten. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat [naam 1] niet kan aantonen dat hij beschikt over een grondige kennis van de in Nederland gehanteerde examenmethodes en examendocumenten. De rechtbank Rotterdam heeft deze afwijzing bevestigd, en [naam 1] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 9 mei 2023 heeft het College besloten dat bepaalde stukken alleen door het College mochten worden ingezien, wat door [naam 1] werd toegestaan. Het College oordeelt dat de staatssecretaris terecht aanvullende eisen mag stellen aan de erkenning van examinatoren, en dat de erkenning in Duitsland niet automatisch geldt in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisen voor examinatoren in Nederland verschillen van die in Duitsland, en dat de staatssecretaris de bevoegdheid heeft om te toetsen of [naam 1] voldoet aan de vereiste kennis van de Nederlandse examenmethodes.
Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de staatssecretaris niet onterecht heeft geëist dat [naam 1] zijn kennis van de relevante examenmethodes en examendocumenten aantoont. De staatssecretaris heeft een maatwerktraject voorgesteld om [naam 1] de gelegenheid te geven zijn kennis bij te spijkeren, wat het College als redelijk beschouwt. De uitspraak benadrukt het belang van nationale eisen voor examinatoren en de mogelijkheid voor lidstaten om aanvullende voorwaarden te stellen, in lijn met de Europese regelgeving.