Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 maart 2022 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [woonplaats] , appellante,
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Aanleiding van deze procedure
arthousebioscoop en als nevenactiviteit de exploitatie van een café-restaurant. De culturele activiteiten hebben zich ontwikkeld van exposities van beeldende kunst tot de huidige
arthousebioscoop met foyer. Aan de culturele activiteiten is bij de oprichting van appellante geen SBI-code toegekend, omdat deze waarschijnlijk op basis van een door de overheid gesubsidieerde activiteit werden uitgevoerd. Met de wijziging van de culturele invulling naar een
arthousebioscoop, is niet tijdig de SBI-code aangepast. Verweerder heeft ten onrechte geen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden dat uit de bedrijfsomschrijving volgt dat de exploitatie van het café-restaurant een nevenactiviteit is en het appellante niet is toegestaan om een café-restaurant te exploiteren tenzij dit ondergeschikt of ondersteunend is. Het kan appellante ook niet worden verweten dat zij de SBI-code 59.14 niet in het handelsregister heeft laten opnemen. Appellante is nooit gewezen op de onvolledige inschrijving in het handelsregister en zij heeft het belang van de SBI-codes ook niet ingezien. Zij heeft zich daarentegen wel aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters. Verweerder houdt ten onrechte geen rekening met de feitelijke economische activiteit van appellante in combinatie met de bedrijfsomschrijving in het handelsregister. Bij het ontbreken van een expliciete hardheidsclausule in de TVL 1 en de TVL 2 past een doelmatige uitleg. Dit is niet gebeurd en is in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Appellante wordt hierdoor onevenredig benadeeld. De bestreden besluiten zijn daarnaast zonder deze afweging van de redelijkheid en billijkheid onvoldoende gemotiveerd.
Beoordeling door het College
arthousefilms en dus het exploiteren van een
arthousebioscoop.
Beslissing
bijlage (https://wetten.overheid.nl/BWBR0043735/2020-06-30), ten minste € 4.000 bedraagt;
bijlage (https://wetten.overheid.nl/BWBR0043735/2020-06-30)is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage;
bijlage (https://wetten.overheid.nl/BWBR0043735/2020-06-30)is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage.
- 1 De minister verstrekt op aanvraag eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden oktober, november en december van 2020.
- 2 De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:
bijlage (https://wetten.overheid.nl/BWBR0044808/2021-05-08)is opgenomen of die op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit onder de code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen;
artikel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003045&artikel=1&g=2021-12-06&z=2021-12-06);
artikel 25g, eerste lid, van de Mededingingswet (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0008691&artikel=25g&g=2021-12-06&z=2021-12-06);
Wet op het primair onderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003420&g=2021-12-06&z=2021-12-06), de
Wet op expertisecentra (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003549&g=2021-12-06&z=2021-12-06)of de
Wet op het voortgezet onderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0002399&g=2021-12-06&z=2021-12-06);
Wet educatie en beroepsonderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0007625&g=2021-12-06&z=2021-12-06);
artikel 1.8, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.