Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 maart 2022 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] , te [woonplaats] , appellante
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
early warningdan wel de korting had moeten verlagen, faalt . Wanneer een geconstateerde niet-naleving het gevolg is van nalatigheid van de begunstigde, wordt een verlaging van in de regel 3% toegepast (artikel 39, eerste lid, eerste alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (Verordening 640/2014)). Het betaalorgaan kan evenwel op basis van de beoordeling van het belang van de niet-naleving dat de bevoegde controleautoriteit in het evaluatiegedeelte van het controleverslag daaraan heeft toegekend op basis van de in artikel 38, eerste tot en met vierde lid, genoemde criteria, besluiten om dat percentage te verlagen tot 1% of te verhogen tot 5% van het in de eerste alinea bedoelde totale bedrag dan wel, in de gevallen waarin de bepalingen inzake de betrokken eis of norm speelruimte laten om geen gevolg te geven aan de vastgestelde niet-naleving, of in de gevallen waarin overeenkomstig artikel 17, vijfde en zesde lid, van Verordening 1305/2013 bijstand wordt verleend, in het geheel geen verlagingen op te leggen (artikel 39, eerste lid, tweede alinea, van Verordening 640/2014). De criteria genoemd in artikel 38, eerste tot en met vierde lid, van Verordening 640/2014 zijn, kort gezegd, herhaling, omvang, ernst en permanent karakter van een niet-naleving. Naar het oordeel van het College heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat in dit geval vanwege de omvang en de ernst van de niet-naleving geen aanleiding bestond om te volstaan met het geven van een
early warningdan wel om het kortingspercentage te verlagen
.Verweerder heeft in dit verband terecht van belang geacht dat bij meerdere schapen sprake was van een verhoogde ademhaling en 60 schapen niet konden beschikken over een schaduwplek.