ECLI:NL:CBB:2022:803
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake invorderingsbesluit van dwangsom voor gehouden wilde zwijnen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 oktober 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een last onder dwangsom had gekregen van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had aan verzoeker een last opgelegd vanwege overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren, met betrekking tot de gehouden wilde zwijnen op zijn perceel. Verzoeker betwistte de status van de zwijnen als gehouden dieren en vroeg om schorsing van het invorderingsbesluit van een verbeurde dwangsom van € 12.500,-. De voorzieningenrechter oordeelde dat de zwijnen wel degelijk als gehouden dieren worden beschouwd, aangezien verzoeker volledige beschikkingsmacht over hen heeft en zij zich in een afgebakend perceel bevinden. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet had voldaan aan de opgelegde maatregelen en er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de invordering rechtvaardigden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor exploitanten om te voldoen aan de wettelijke eisen voor het houden van dieren en de gevolgen van het niet naleven daarvan.