1.2Eind 2017 zijn Redworks en KPN in onderhandeling getreden over de afhandeling van het verkeer van KPN naar de aan Redworks uitgegeven 084/087-nummers. Partijen zijn het niet eens geworden over de levering, tarifering en facturering (afhandeling) van dit 084/087verkeer, waarna Redworks een aanvraag tot geschilbeslechting heeft ingediend bij ACM.
2. Bij besluit van 21 november 2019 heeft ACM beslist dat:
I. KPN verplicht is om de nummers van de 084/087-nummerreeksen van Redworks aankiesbaar te maken;
II. Redworks op grond van het besluit Marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte verplicht is om KPN een gespreksafgiftedienst op de 084/087-nummers van Redworks te bieden;
III. Redworks voor gespreksafgifte op de 084/087-nummers tarieven in rekening brengt die niet hoger zijn dan de tariefplafonds die hiervoor in Annex A van het besluit Marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte zijn vastgesteld.
3. Redworks betwist op zichzelf niet dat ACM terecht heeft beslist zoals onder I, II en III is vermeld. Zij betoogt dat ACM daarnaast ook had moeten beslissen dat KPN op grond van artikel 6.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (Tw) verplicht is met Redworks in onderhandeling te treden over de afhandeling van de vervolgdiensten naar de aan haar uitgegeven 084/087-nummers. Volgens Redworks is de in artikel 6.5, eerste lid, van de Tw neergelegde verplichting voor aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken om toegang te bieden aan eindgebruikers tweeledig. Zij omvat niet alleen de verplichting tot het toegankelijk maken van de 084/087nummers, maar ook de verplichting ervoor zorg te dragen dat zich in de Europese Unie (EU) bevindende eindgebruikers gebruik kunnen maken van de aan die nummers gekoppelde diensten. Daartoe wijst zij erop dat artikel 5, eerste lid, van het Besluit Interoperabiliteit (BI) waarborgt dat eindgebruikers gebruik kunnen maken van diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers binnen de EU. Dit betekent volgens haar dat de eindgebruiker niet alleen toegang heeft tot niet-geografische nummers binnen de EU, maar ook dat hij in beginsel gebruik kan maken van de dienstverlening die via dat nummer wordt aangeboden. ACM kan dan ook niet volstaan met de constatering dat voor de gespreksafgifte op de 084/087-nummers een tarief dient te worden gehanteerd dat niet hoger is dan de tariefplafonds die hiervoor in Annex A van het Marktanalysebesluit zijn vastgesteld. Om de met de 084/087nummers aangeboden vervolgdiensten toegankelijk te maken, dient door partijen tevens overeenstemming te worden bereikt over het ongereguleerde tarief voor de betreffende vervolgdiensten. Nu ACM hierover ten onrechte niets heeft beslist, kleeft er aan het bestreden besluit een motiveringsgebrek. Door de onzekerheid over de afwikkeling van het 084/087verkeer tussen partijen te laten voortbestaan, handelt ACM voorts in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel.
4. Artikel 6.1, eerste lid, van de Tw luidt als volgt:
“Een aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken of openbare
elektronische communicatiediensten, die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, treedt op verzoek van een aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten met die aanbieder in onderhandeling met het oog op het sluiten van een overeenkomst op basis waarvan de nodige maatregelen worden genomen, waaronder zo nodig door middel van interconnectie van de betrokken netwerken, opdat eind- tot eindverbindingen tot stand worden gebracht.”
Artikel 6.5 van de Tw luidt als volgt:
“1. Aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken of openbare elektronische communicatiediensten die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleren zorgen ervoor dat zich in de Europese Unie bevindende eindgebruikers toegang hebben tot alle:
a. in de Europese Unie toegekende nummers van een nationaal nummerplan;
b. nummers van de Europese telefoonnummerruimte, en
c. door ITU toegekende nummers,
en gebruik kunnen maken van diensten met gebruikmaking van de in de onderdelen a tot en met c bedoelde nummers, tenzij dat technisch of economisch niet haalbaar is, of een opgeroepen abonnee heeft besloten de toegang van oproepende gebruikers die zich in specifieke geografische gebieden bevinden, te beperken.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter waarborging van de verplichting, bedoeld in het eerste lid. Deze regels kunnen onder meer betrekking hebben op de vergoedingen voor de toegang tot de in het eerste lid, bedoelde nummers.
3. (...)”
Artikel 12.2, eerste lid, van de Tw luidt als volgt:
“Indien er tussen (…) aanbieders (…) een geschil is ontstaan inzake de nakoming van een op (…) een aanbieder (…) op grond van een bij of krachtens deze wet of bij de roamingverordening rustende verplichting, kan de Autoriteit Consument en Markt op aanvraag van een bij dat geschil betrokken partij het geschil beslechten, tenzij de beslechting van dat geschil op grond van deze wet aan een andere instantie is opgedragen.”
Artikel 5 van het BI luidt als volgt:
“1. Een aanbieder van openbare telefoondiensten of een daarbij betrokken aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, waarborgt dat eindgebruikers gebruik kunnen maken van diensten met gebruikmaking van nietgeografische nummers binnen de Europese Unie.
2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat de in het eerste lid bedoelde aanbieders van openbare telefoondiensten en van openbare elektronische communicatienetwerken voor oproepen naar een nummer uit de reeks 0800, 084, 085, 087, 088, 0900, 0906, 0909, 116, 14 of 18 tarieven of andere vergoedingen hanteren die vergelijkbaar zijn met de tarieven of andere vergoedingen die deze aanbieders hanteren voor oproepen naar geografische nummers, en zij uitsluitend een afwijkend tarief of afwijkende vergoeding hanteren indien dit noodzakelijk is om de extra kosten te dekken die gemoeid zijn met de oproepen naar deze niet-geografische nummers. (…).”
Artikel 4 van de Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit (OPTA) (de Beleidsregels) luidt als volgt:
“1. Naar het oordeel van het college voldoen aanbieders voor oproepen naar 084-, 085-, 087-, 088-, 116- en 14-nummers aan de in artikel 5, tweede lid, van het BI neergelegde verplichting tot het hanteren van tarieven of andere vergoedingen die vergelijkbaar zijn met de tarieven of andere vergoedingen die zij hanteren voor oproepen naar geografische nummers, indien:
a. het retailtarief voor oproepen naar deze nummers per oproep niet hoger is dan het geografisch tarief;
b. het tarief genoemd in lid a slechts wordt verhoogd met eventuele extra kosten;
c. wholesaletarieven van aanbieders op het niveau van iedere individuele oproep niet hoger zijn dan de tarieven of andere vergoedingen die zij hanteren voor oproepen naar geografische nummers.
In de toelichting is over dit artikel, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
“Artikel 5 BI verbiedt niet dat aanbieders van een vervolgdienst (084/087 nummers) op kosten gebaseerde tarieven voor de vervolgdienst in rekening brengen, bijvoorbeeld aan de terminerende aanbieder. Indien aanbieders van een vervolgdienst tarieven overeenkomen met aanbieders in de keten tussen de beller en de aanbieder van de vervolgdienst dan betreft dat tarieven die – evenals tarieven van een informatiedienst – uiteindelijk extra in rekening kunnen worden gebracht bij de beller. Aanbieders in de keten tussen de beller en de aanbieder van de vervolgdienst hoeven een dergelijke overeenkomst met aanbieders van vervolgdiensten overigens niet te sluiten. Zij kunnen ook stellen dat het redelijk is dat de aanvragers van de vervolgdienst voor de vervolgdienst betalen.”