In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 1 november 2022, zaaknummer 21/1319, werd het beroep van een onderneming tegen de afwijzing van haar aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) ongegrond verklaard. De onderneming had een aanvraag ingediend voor de VLE-regeling, maar de aanvraag werd afgewezen omdat de vaste lasten boven de drempel van € 3000,- uitkwamen. De relevante artikelen van de TVL gaven aan dat alleen ondernemingen met forfaitaire vaste lasten van minder dan € 3000,- in aanmerking kwamen voor de VLE-subsidie. De onderneming voerde aan dat zij er vanuit ging recht te hebben op de VLE-subsidie en dat zij daardoor geen aanvraag voor de reguliere TVL had ingediend, maar het College oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor het indienen van tijdige aanvragen bij de onderneming zelf ligt.
De zaak begon met een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, die op 27 mei 2021 de subsidieaanvraag van de onderneming afwees. Het bestreden besluit, dat het bezwaar ongegrond verklaarde, werd door de onderneming aangevochten. Tijdens de zitting op 26 september 2022 was de onderneming niet aanwezig, maar de minister werd vertegenwoordigd door gemachtigden. Het College concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarden voor de VLE-subsidie, aangezien de vaste lasten meer dan € 3000,- bedroegen. De uitspraak benadrukte dat de VLE-regeling een aanvullende regeling is voor ondernemers die niet in aanmerking komen voor de reguliere TVL.
De uitspraak is van belang voor ondernemers die afhankelijk zijn van subsidies in het kader van COVID-19, omdat het College bevestigde dat de regels strikt moeten worden nageleefd en dat het niet indienen van tijdige aanvragen kan leiden tot het mislopen van financiële steun. De beslissing van het College is openbaar uitgesproken en onderstreept de noodzaak voor ondernemers om goed op de hoogte te zijn van de voorwaarden van de verschillende subsidieregelingen.