ECLI:NL:CBB:2022:6
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van TVL-subsidie aan horecaonderneming en de voorwaarden voor omzetverlies
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 januari 2022, betreft de zaak de aanvraag van de appellante, Mrs. Sippy B.V., voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in het kader van de COVID-19 maatregelen. De aanvraag werd door de minister van Economische Zaken en Klimaat afgewezen omdat de appellante niet voldeed aan de voorwaarde van ten minste 30% omzetverlies in de subsidieperiode ten opzichte van de referentieperiode in 2019. De appellante had haar onderneming pas in september 2020 geopend, na het verkrijgen van een omgevingsvergunning op 20 maart 2020, en had in de referentieperiode geen omzet behaald. Hierdoor kon zij niet voldoen aan de voorwaarden voor de subsidie, die onder andere vereisen dat er een bedrag van minstens € 4.000,- aan vaste lasten moet zijn. De appellante voerde aan dat de standaardberekening onterecht was en dat zij bijzondere omstandigheden had die in haar voordeel moesten worden meegewogen. Het College oordeelde echter dat de TVL geen ruimte biedt voor afwijkingen van de omzetverliescriteria en dat de appellante geen uitzonderlijke omstandigheden had aangedragen die een uitzondering op de regels rechtvaardigden. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en het College concludeerde dat de minister terecht geen subsidie had toegekend voor de periode juni tot en met september 2020.