ECLI:NL:CBB:2022:44

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
20/587R
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskosten in bestuursrechtelijke uitspraak onder de Meststoffenwet

Op 25 januari 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen De Leeuwte Veehandel B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, alsook de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid). Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van 11 januari 2022, waarin een kennelijke onjuistheid werd vastgesteld in de proceskosten. Het College heeft geconstateerd dat in rechtsoverweging 7.2 en onder 'Beslissing' een verkeerd bedrag aan proceskosten was bepaald. De rectificatie houdt in dat de proceskosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 379,50, waarbij verweerder en de Staat ieder voor de helft in de proceskosten van appellante worden veroordeeld.

De uitspraak verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt verweerder tot betaling van een schadevergoeding van € 95,24 aan appellante. Daarnaast worden de proceskosten van appellante, die door verweerder en de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) moeten worden vergoed, vastgesteld op € 189,75 per partij. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De beslissing is openbaar uitgesproken en de voorzitter was verhinderd de uitspraak te ondertekenen, evenals de griffier.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/587R

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 januari 2022 in de zaak tussen

De Leeuwte Veehandel B.V., te Ruinen, appellante

(gemachtigde: ing. J. Pot),
en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: C. Zieleman),
en

de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 11 januari 2022 met zaaknummer 20/587 in rechtsoverweging 7.2 en onder “Beslissing” een kennelijke onjuistheid bevat.

Overwegingen

In rechtsoverweging 7.2 en onder “Beslissing” is een verkeerd bedrag aan proceskosten bepaald. Nu de uitspraak een kennelijke en voor een eenvoudig herstel vatbare onjuistheid bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak van 11 januari 2022 als volgt.
"7.2 Het College zal verweerder veroordelen in de proceskosten van appellante in verband met het indienen van het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het verzoek met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5). Nu de overschrijding van de redelijke termijn zowel aan verweerder als aan het College is toe te rekenen, zullen verweerder en de Staat ieder voor de helft in de proceskosten van appellante worden veroordeeld.
(…)
Het College:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • veroordeelt verweerder tot betaling aan appellante van een schadevergoeding van
€ 1.904,76;
  • veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellante van een schadevergoeding van € 95,24;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 189,75;
  • veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 189,75."
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 11 januari 2022 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Stoové, in aanwezigheid van mr. M.R. Broeze, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2022.
De voorzitter is verhinderd De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.