ECLI:NL:CBB:2022:246
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag subsidie vaste lasten MKB COVID-19 en beroep op vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, vertegenwoordigd door mr. S. van Rijn en mr. S.M. Piron, en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellant had een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) voor de periode juni tot en met september 2020. Deze aanvraag werd door de minister afgewezen omdat deze te laat was ingediend, namelijk na de deadline van 30 oktober 2020 om 17:00 uur. De appellant stelde dat hij erop vertrouwde dat hij de aanvraag tot middernacht kon indienen, omdat dit niet expliciet was vermeld in de publicaties van de Rijksoverheid en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Het College oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde, omdat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor een concrete en ondubbelzinnige toezegging. De schermafbeeldingen die de appellant had overgelegd, waren onvoldoende om aan te tonen dat de informatie op de websites van de Rijksoverheid en RVO onduidelijk was. Het College benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de appellant was om zich op de hoogte te stellen van de voorwaarden van de TVL.
De conclusie van het College was dat het beroep ongegrond was, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 mei 2022.