In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 17 mei 2022, zaaknummer 21/46, staat de vraag centraal of de Stichting De Faunabescherming als belanghebbende kan worden aangemerkt bij de subsidieverlening voor het beheer van het Kroondomein Het Loo. De minister voor Natuur en Stikstof had een subsidie van maximaal € 4.741.425,90 verleend voor de jaren 2016 tot en met 2021, met de verplichting om het terrein gedurende 358 dagen per jaar open te stellen voor het publiek. Echter, de minister had een ontheffing verleend voor een deel van het jaar, waardoor het terrein niet toegankelijk was voor de Faunabescherming, die zich inzet voor het verantwoord beheer van de in het wild levende fauna.
De Faunabescherming maakte bezwaar tegen de subsidieverlening, maar dit bezwaar werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard, omdat de minister van mening was dat de Faunabescherming geen belanghebbende was. De Faunabescherming stelde echter dat zij door de beperking van de openstelling in haar werkzaamheden werd belemmerd, wat haar belang bij de zaak onderstreept. Het College oordeelde dat de Faunabescherming wel degelijk belanghebbende is, omdat haar doelstellingen en feitelijke werkzaamheden direct geraakt worden door de subsidieverlening en de bijbehorende voorwaarden.
Het College vernietigde het bestreden besluit van de minister en droeg deze op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de Faunabescherming. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van de Faunabescherming, vastgesteld op € 1.518,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rol van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor een inhoudelijke behandeling van bezwaren.