Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 mei 2022 in de zaken tussen
[naam 1] h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats 1] ,
appellanten
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Appellanten kunnen zich ook hierom niet beroepen op de apparatenlijst van RVO. Aan de door appellanten in dit verband naar voren gebrachte argumenten over handelsbelemmering en het onmogelijk maken van parallelimport komt geen gewicht toe, omdat, zoals appellanten op de zitting te kennen hebben gegeven, de biomassaketels van Celsius Plussz zonder belemmeringen zijn geïmporteerd. Bovendien betekent het ontbreken van een gelijkwaardigheidsverklaring niet dat appellanten geen subsidie zouden kunnen krijgen voor de door hen geplaatste biomassaketels. Een gelijkwaardigheidsverklaring is immers niet de enige mogelijkheid om aan te tonen dat de Celsius Plussz-biomassaketels aan deze eisen voldoen. Appellanten kunnen dat ook op andere wijze aantonen.
e-mailwisseling plaatsvond over welke biomassaketel nu precies geïnstalleerd was en of die overeenkwam met de biomassaketel waarvoor subsidie was verleend. Uit deze
e-mailwisseling blijkt dat het aan de betrokkene verstuurde vaststellingsbesluit niet overeenstemt met de bij de RVO op dat moment bekende informatie over de bij die betrokkene geïnstalleerde biomassaketel. Het College ziet daarom geen aanleiding om vanwege dit door appellanten naar voren gebrachte geval verweerder eraan te houden om ook in de gevallen van appellanten de subsidie overeenkomstig de verlening vast te stellen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet.