“1 De minister verstrekt op aanvraag eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden oktober, november en december van 2020.
2 De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:
a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;
b. waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van A en C ten minste € 3.000 bedraagt;
c. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven;
d. waarvan de hoofdactiviteit, waaronder de MKB-onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling in de
bijlage (https://wetten.overheid.nl/BWBR0044808/2021-05-08)is opgenomen of die op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit onder de code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen;
e. die:
1°.voor zover het een MKB-onderneming, niet zijnde een horecaonderneming of een ambulante onderneming, betreft:
–ten minste één vestiging heeft met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming; of
–een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang; of
2°.voor zover het een horecaonderneming betreft ten minste één horecagelegenheid huurt, pacht of in eigendom heeft.
3 Indien een MKB-onderneming na 29 februari 2020 voor de eerste maal is ingeschreven in het handelsregister:
a. is het tweede lid, aanhef en onderdeel a, niet van toepassing;
b. wordt subsidie in afwijking van het tweede lid, aanhef en onderdeel b, verstrekt indien de onderneming verwacht in de maanden oktober, november en december van 2020 ten minste € 3.000 aan vaste lasten te hebben.
4 Geen subsidie wordt verstrekt aan:
a. een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in
artikel 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003045&artikel=1&g=2021-12-13&z=2021-12-13);
b. een overheidsbedrijf als bedoeld in
artikel 25g, eerste lid, van de Mededingingswet (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0008691&artikel=25g&g=2021-12-13&z=2021-12-13);
c. een bekostigde school als bedoeld in de
Wet op het primair onderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003420&g=2021-12-13&z=2021-12-13), de
Wet op expertisecentra (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0003549&g=2021-12-13&z=2021-12-13)of de
Wet op het voortgezet onderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0002399&g=2021-12-13&z=2021-12-13);
d. een bekostigde instelling voor educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in de
Wet educatie en beroepsonderwijs (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0007625&g=2021-12-13&z=2021-12-13);
e. een bekostigde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in
artikel 1.8, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.”