In deze tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 16 november 2021, worden de verzoeken van vijf appellanten om ontheffingen van het verbod op het optreden met rendieren en zeboes behandeld. De appellanten, waaronder V.O.F. Wijnand Hazeleger en Zorgboerderij De Mettemaat B.V., hadden eerder bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder, om ontheffingen gevraagd op basis van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren (Bhd). De minister had deze verzoeken afgewezen, met de argumentatie dat de aanvragen niet op individuele dieren betrekking hadden, maar op de diersoorten in het algemeen. Het College oordeelt dat verweerder de aanvragen te beperkt heeft opgevat en dat de appellanten wel degelijk belang hebben bij een beslissing op hun verzoeken, zolang de bijlage IV van het Bhd niet is gewijzigd. Het College draagt verweerder op om binnen acht weken het gebrek in de bestreden besluiten te herstellen en de aanvragen inhoudelijk te beoordelen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid en deugdelijke motivering bij bestuursbesluiten, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb).