Bijlage inhoud bestreden besluit
ARTIKEL I
De Transportcode Gas LNB wordt, voor zover thans van belang, gewijzigd als volgt:
Artikel 4.1.4.5 komt te luiden:
1. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet geconfronteerd wordt met onverwachte grote storingen kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een noodsituatie uitroepen en handelen zoals beschreven in artikel 4.1.4.4. Onder onverwachte grote storingen wordt ook begrepen een storing in de tot het landelijk gastransportnet behorende ondersteunende communicatie en besturingssystemen, waarbij de systeemintegriteit in het geding komt of kan komen.
2. Bij de afwikkeling van een noodsituatie als bedoeld in het eerste lid, zal een eventueel verschil tussen de hoeveelheid entrygas en de hoeveelheid exitgas onder aftrek van het verschil tussen entry- en exitgas op basis van artikel 4.1.1.2 verrekend worden tegen de neutrale gasprijs als bedoeld in artikel 4.1.6.4.
3. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in een noodsituatie als bedoeld in het eerste lid een WDM-transactie aangaat, dan ontstaat er een saldo door het prijsverschil tussen de neutrale gasprijs als bedoeld in artikel 4.1.6.4 en de WDM-transactieprijs. Dit saldo wordt verrekend conform artikel 4.1.8.
Artikel 4.1.4.6 komt te luiden:
1. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet geconfronteerd wordt met storingen in de informatievoorzieningssystemen betreffende het balanceringsregime, bedoeld om erkende programmaverantwoordelijken van informatie te voorzien, kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet besluiten tot het opschorten van het proces dat de WDM-transacties initieert zoals omschreven in artikel 4.1.4.1.
2. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet het proces dat de WDM-transacties initieert heeft opgeschort, dan zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet dit zo spoedig mogelijk publiceren onder vermelding van het tijdstip waarop dit ingaat.
3. Tijdens een situatie waarin de informatievoorzieningssystemen gestoord zijn, wordt een eventuele WDM-transactie met de onbalans veroorzakende erkende programmaverantwoorde-lijke(n) verrekend tegen de neutrale gasprijs conform artikel 4.1.6.4.
4. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in deze situatie een WDM-transactie aangaat, dan ontstaat er een saldo door het prijsverschil tussen de neutrale gasprijs als bedoeld in artikel 4.1.6.4 en de WDM-transactieprijs. Dit saldo wordt verrekend conform artikel 4.1.8.
5. Indien de informatievoorzieningssystemen weer in orde zijn, zal de opschorting worden beëindigd. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal dit zo spoedig mogelijk publiceren onder vermelding van het tijdstip van einde van de opschorting.
Na artikel 4.1.7 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet brengt per kalenderjaar een neutraliteitsheffing, conform hoofdstuk VII van de NC-BAL, in rekening bij de netgebruikers in de zin van artikel 2, vijfde lid NC-BAL.
2. De neutraliteitsheffing bestaat uit de som van:
a. het saldo zoals dat is vastgesteld conform artikel 4.1.4.5, derde lid
b. het saldo zoals dat is vastgesteld conform artikel 4.1.4.6, vierde lid
c. opbrengsten uit de einde dag verrekening volgens artikel 4.1.7
d. verliezen als gevolg van wanbetaling zoals bedoeld in artikel 31 van de NC-BAL gecorrigeerd met eventuele nagekomen opbrengsten.
3. De neutraliteitsheffing over een kalenderjaar t wordt in beginsel in kalenderjaar t+2 in rekening gebracht bij de netgebruikers conform dezelfde methodologie als de capaciteitsgebaseerde entry- en exittarieven, zoals die is vastgelegd in artikel 3.2.1.1 tot en met 3.2.3.10 van de Tarievencode gas. Hierbij worden de in artikel 3.2.2.2 en 3.2.2.4 van de Tarievencode gas gebruikte toegestane inkomsten (Tl) vervangen door de hoogte van de neutraliteitsheffing.
4. Op de factuur waarmee de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de neutraliteitsheffing in rekening brengt, worden de onderdelen zoals beschreven in het tweede lid en de gecontracteerde capaciteit gespecificeerd.
5. Voordat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de neutraliteitsheffing in rekening brengt, zendt hij de voorgenomen heffing inclusief de specificatie beschreven in het vierde lid ter informatie aan de ACM.
Artikel B1.4 komt te luiden:
1. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit die door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet wordt ingedeeld in risicocategorie hoog dient financiële zekerheid te verschaffen. De hoogte van de kredietlimiet is in dat geval gelijk aan de hoogte van de afgegeven financiële zekerheid.
2. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit die door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet wordt ingedeeld in risicocategorie laag of midden kan ervoor kiezen aanvullende financiële zekerheid te verschaffen om zijn kredietlimiet te verhogen.
3. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet maakt de financiële zekerheden die hij in elk geval accepteert bekend op zijn website. De geldigheidstermijn van de financiële zekerheid dient minstens vier maanden langer te zijn dan de einddatum van het contract.
Artikel B1.6 komt te luiden:
1. Voor elke erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit stelt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een initiële kredietlimiet vast op basis van een analyse van financiële documenten.
2. Ten behoeve van de financiële analyse verschaft de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit informatie aan de netbeheerder van het landelijk gastransport-net aangaande:
a. de structuur van de groep van bedrijven waartoe de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit behoort;
b. het uiteindelijke moederbedrijf, en
c. de door een accountant goedgekeurde jaarrekeningen van de afgelopen 3 jaar, inclusief balans, winst en verliesrekening, kasstromen en toelichting bij de jaarstukken.
3. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit kan contracten afsluiten met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet totdat de kredietlimiet is bereikt.
4. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit die wordt ingedeeld in risicocategorie hoog heeft een kredietlimiet die gelijk is aan de afgegeven financiële zekerheid.
5. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit die wordt ingedeeld in risicocategorie midden heeft een initiële kredietlimiet die overeenkomt met een
percentage van 3% van het eigen vermogen minus immateriële vaste activa en kan eventueel zijn kredietlimiet verhogen door aanvullende financiële zekerheid te verstrekken.
6. Een erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit die wordt ingedeeld in risicocategorie laag heeft een initiële kredietlimiet die overeenkomt met een percentage van 6% van het eigen vermogen minus immateriële vaste activa en kan eventueel zijn kredietlimiet verhogen door aanvullende financiële zekerheid te verstrekken.
7. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet brengt een bedrag van € 100.000 ten laste van de berekende kredietlimiet als standaard onbalansreservering.
8. In uitzonderlijke gevallen, zoals extreme uitkomsten van financiële ratio’s of bijzondere ontwikkelingen binnen het bedrijf of de bedrijfstak, kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet er toe over gaan om de partij een hogere of lagere kredietlimiet toe te kennen.
9. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet verschaft de erkende programmaverantwoordelijke of aangeslotene met exitcapaciteit op verzoek informatie over de actuele kredietruimte.
10. Voor erkende programmaverantwoordelijken en aangeslotene met exitcapaciteit in risicocategorie laag of midden kan op basis van de operationele cashflow en de winst een hogere of lagere kredietlimiet toegekend worden:
a. indien de nettowinst positief is, wordt de initiële kredietlimiet verhoogd met 10%;
b. indien de nettowinst negatief is, wordt de initiële kredietlimiet verlaagd met 10%;
c. indien de operationele cashflow positief is, wordt de initiële kredietlimiet verhoogd met 5%;
d. indien de operationele cashflow negatief is, wordt de initiële kredietlimiet verlaagd met 5%.
Na artikel B1.9 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. De hoogte van de kredietlimiet moet minstens de exposure dekken.
2. Voor partijen in elke risicocategorie zijn onverwijld aanvullende financiële zekerheden vereist als de exposure boven de kredietlimiet komt.
3. Indien op enig moment de exposure de kredietlimiet overschrijdt dan kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet (her)nominaties van de erkende programmaverantwoordelijke geheel of gedeeltelijk afwijzen met het oogmerk de overschrijding van de kredietlimiet te beperken en daarmee mogelijke financiële schade voor de markt te voorkomen dan wel te beperken. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet overgaat tot het afwijzen van (her)nominaties dan streeft hij er naar om alle erkende-programmaverantwoordelijken binnen 4 uren op de hoogte te stellen.
4. Indien op enig moment de exposure de kredietlimiet substantieel overschrijdt dan voldoet de programmaverantwoordelijke niet langer aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 3.2.0 van de Transportcode LNB en kan intrekking van de erkenning op grond van artikel 3.3.2 onverwijld volgen.
5. Van een substantiële overschrijding van de kredietlimiet is sprake indien:
a. De exposure de kredietlimiet met 100.000 euro of meer overschrijdt of
b. De exposure de kredietlimiet met meer dan 5% overschrijdt of
c. De exposure de kredietlimiet langer dan 24 uur overschrijdt.
6. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet overgaat tot het intrekken van de erkenning dan zal hij daar aan voorafgaand, zo spoedig mogelijk alle erkende programmaverantwoordelijken, alle leveranciers en ACM informeren.